[go: up one dir, main page]

  • kom·ma·ge·tal
enkelvoud meervoud
naamwoord kommagetal kommagetallen
verkleinwoord kommagetalletje kommagetalletjes

het kommagetalo

  1. Wat doorgaans met kommagetal wordt aangeduid kan ook decimaal getal of decimale breuk genoemd worden. In deze getallen staan voor de komma de hele getallen, de cijfers achter de komma noemen we decimalen.
    • De Grieken wisten al dat de uitkomst geen natuurlijk getal was, noch een decimale breuk. In de 16e eeuw werd daarop het antwoord gevonden: het kommagetal of decimale getal. 
80 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be