[go: up one dir, main page]

  • ef·ter
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord eptir
Naar frequentie 84

efter

  1. daarna, daarop, erop
  2. achterna, na
  3. daarachter, na (plaatsing)
  • [2]: lidt efter
kort daarna

efter

  1. nadat, volgens

efter

  1. (om positie, rang, tijd) na
  2. naar


  • ef·ter
Naar frequentie 566

efter ('etter' is gebruikelijker dan het oude 'efter')

  1. (om positie, rang, tijd) na
    «Q kommer etter P i alfabetet.»
    Q komt na P in het alfabet.
    «En væpnet raner tok seg inn i en matvarebutikk i Mandal etter stengetid fredag og truet de ansatte med pistol.»
    Een gewapende overvaller kwam een supermarkt in Mandal binnen na sluitingstijd op vrijdag en bedreigde het personeel met een pistool.
  2. naar
  3. volgens
    «Etter det politiet sier, var det promillekjøring.»
    Volgens de politie was dat een dronkenmansrit.
  • [1]: til sykehus efter kollisjon
na botsing naar het ziekenhuis


  • ef·ter
Naar frequentie 97

efter

  1. nadat
  2. door