dwaaskop
- dwaas·kop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dwaaskop | dwaaskoppen |
verkleinwoord | dwaaskopje | dwaaskopjes |
de dwaaskop m
- iemand die niet goed nadenkt voordat hij dingen doet; een onverantwoordelijk persoon
- Het woord 'dwaaskop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dwaaskop" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be