[go: up one dir, main page]

       
0 3 0 6
driehonderdzes,
op een abacus
  • drie·hon·derd·zes

driehonderdzes

  1. "306", het getal tussen driehonderdvijf en driehonderdzeven, driehonderd plus zes
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdzes euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdzes van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdzes" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdzes driehonderdzessen
verkleinwoord driehonderdzesje driehonderdzesjes

de driehonderdzesv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 306 is aangeduid
    • Als jij driehonderdzes opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de driehonderdzesmv

  1. groep van 306 eenheden
    • Die driehonderdzes kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.