gietstuk
- giet·stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gietstuk | gietstukken |
verkleinwoord |
het gietstuk o
- werkstuk dat door gieten is gemaakt; stuk gegoten metaal
- De Hengelose fotograaf Agnes Booijink heeft de afgelopen vijf jaar wel 8000 foto’s gemaakt voor het boek, dat is geschreven Hengeloër Marco Krijnsen. De makers van kregen de vrije hand. De gieterijhumor, het bombardement tijdens de oorlog, de sluiting en het allerlaatste gietstuk: het wordt allemaal beschreven. ‘IJzer en Lef’ is verkrijgbaar bij boekhandel Broekhuis. Prijs: 29,50 euro. [2]
- In de Afbramerij werden in de gloriedagen van scheespwerf NDSM de bramen van de gietstukken geslagen. Tegenwoordig biedt het gebouw onderdak aan metaalbedrijf Streelder, dat wil verhuizen en het gebouw te koop heeft gezet. Al eerder waren er plannen voor een verbouwing tot verzamelgebouw voor creatieve bedrijven. [3]
1. werkstuk dat door gieten is gemaakt; stuk gegoten metaal
- Het woord gietstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gietstuk" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 14-10-09 'IJzer en lef' met heel veel foto's
- ↑ Het Parool MICHIEL COUZY 11 JUNI 2011 Afbramerij wordt toch verbouwd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be