bouwplan

• Geluid:  bouwplan    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbɑuplɑn / (2 lettergrepen)

• bouw·plan

• samenstelling van  bouw  en  plan ^[1]

het bouwplan o

1. beschrijving hoe iets gebouwd gaat worden

   • De architect en de aannemer hadden een zeer nauwkeurig bouwplan gemaakt voor de nieuwe wolkenkrabber. 

2. wat een groep dieren of planten gemeenschappelijk heeft qua vorm en bouw

   • De wervelkolom is het gemeenschappelijke element in het bouwplan van de gewervelden. 

• bestek

• Het woord bouwplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bouwplan" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.