[go: up one dir, main page]

  • avond·wind
enkelvoud meervoud
naamwoord avondwind avondwinden
verkleinwoord

de avondwindm

  1. de milde wind die in de avond waait
    • Bovenop de gondel van de windmolen wiegt de honderdvijfendertig meter hoge toren zacht heen en weer in de avondwind. [2] 
    • Al veel karakteristieker is Albir, kleiner dan Benidorm en veel Spaanser van sfeer. De prachtig gerenoveerde boulevard is ’s avonds de ideale plek om even uit te waaien in de zwoele avondwind. Mooi verlicht en sfeervol door de vele palmbomen is het er goed toeven. Nog afgezien van de vele terrassen tegenover het strand aan de andere kant van de weg. [3] 
    • Even viel een aangename stilte, mild woei de avondwind, we leefden ontdaan van elk verlangen. [4] 
93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Frank Vermeulen 18 september 2013 Duitser is ‘Energiewende’ beu
  3. De Telegraaf RIK BOOLTINK 13 apr. 2013 Costa Blanca: Op en top Spaans
  4. De Standaard 04 MAART 2013 Seks in het Vaticaan
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020  Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be