are
Niet te verwarren met: āre |
- are
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vierkante decameter’ voor het eerst aangetroffen in 1808 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | are | aren ares |
verkleinwoord |
- (wiskunde), (eenheid) een oppervlaktemaat ter grootte van een vierkante decameter, gelijk aan 10 m × 10 meter, gelijk aan 100 m², weergegeven met symbool a
- Het woord are staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "are" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "are" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ are op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
are
- eerste en derde persoon meervoud tegenwoordige tijd van to be.
- «We are in Seattle, but they are still underway.»
- Wij zijn in Seattle, maar zij zijn nog onderweg.
- «We are in Seattle, but they are still underway.»
- tweede persoon tegenwoordige tijd van to be.
- «Are you coming too?»
- Kom je ook?
- «Are you coming too?»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | are | aren |
genitief | aren | aren |
datief | are | aren |
accusatief | are | aren |
are m
vervoeging van |
---|
arar |
are
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van arar
- IPA: /arɛ/
- are
are