[go: up one dir, main page]

  • ado·les·cent
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘jongeling’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
  • uit het Latijn [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord adolescent adolescenten
verkleinwoord adolescentje adolescentjes

de adolescentm

  1. (psychologie) jeugdig persoon, puber (met een leeftijd tussen de 15 en 20 jaar)
    • Wereldwijd komt iedere 7 minuten een adolescent door geweld om het leven. Onder de tieners in de Verenigde Staten hebben zwarte jongens ongeveer negentien keer meer kans om vermoord te worden dan witte jongens [3] 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen adolescent adolescenter adolescentst
verbogen adolescente adolescentere adolescentste
partitief adolescents adolescenters -

adolescent

  1. met een leeftijd tussen de 15 en 20 jaar
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]


  • IPA: /adɔlɛstsɛnt/

adolescent m onbezield

  1. (medisch) adolescent; jeugdig persoon, puber (met een leeftijd tussen de 15 en 20 jaar)