Sjmoeëel
- IPA: / ʃmuˈel / (2 lettergrepen)
- Sjmoe·ëel
- van Hebreeuws שְׁמוּאֵל en (sjmoeëel), gelet op 1 Samuel 1:27 mogelijk "gevraagd aan / verhoord door God", maar het eerste deel van die verklaring is niet zeker [1]
Sjmoeëel m
- (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) naam van verschillende personen in de Tenach
- (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) boek in de Tenach, waarin Sjmoeël, zoon van Elkana, een hoofdrol speelt; gesplitst in 1 Samuel en 2 Samuel in de Bijbel
- Sjmoeël (meer gangbare schrijfwijze)
[2] boeken van de Tenach
- Ketoeviem (geschriften)
-
- sifree emet
- chameesj megilot (vijf rollen)
- Sjier Hasjiriem (Hooglied)
- Roet (Ruth)
- Echa (Klaagliederen)
- Kohelet (Prediker)
- Ester (Ester, Esther)
- (overige boeken)
- Het woord 'Sjmoeëel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.