duim
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duim | duimen |
verkleinwoord | duimpje | duimpjes |
duim m
- (anatomie) eerste, kortse en dikste vinger, gelegen naast de wijsvinger, met twee geledingen, die zowel naast als tegenover de andere vingers geplaatst kan worden.
- oude lengtemaat. De exacte lengte is streek-afhankelijk; bijvoorbeeld, de Engelse duim is 2.54 cm, de Amsterdamse duim is 2.573 cm.
- haakspijker.
- scharnierhaak.
1.
|
|
2.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.