[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Vrije rijksstad

Beluister (info)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vrije rijkssteden in het Heilige Roomse Rijk in 1648.

Een vrije rijksstad (Duits: Freie Reichsstadt) was een onafhankelijke stad in het Heilige Roomse Rijk. Deze steden vielen direct onder de keizer en niet onder een bepaalde vorst.

De vrije rijkssteden konden ingedeeld worden in twee categorieën. Vrijsteden of vrije steden (freie Städte) waren van oorsprong bisschoppelijke steden die onafhankelijkheid van de prins-bisschop hadden verkregen. Ze behoefden geen geregelde belasting aan het Heilige Roomse Rijk te betalen en ze mochten niet verpand worden. Rijkssteden (Reichsstädte) hadden zich niet hoeven vrij maken van een bisschop. De wettelijke status verschilde van stad tot stad en uiteindelijk verdween het onderscheid tussen beide. Het begrip "vrijsteden en rijkssteden" evolueerde naar "vrije rijkssteden".

Enkele vrije rijkssteden waren Bazel (sinds 1000), Worms (sinds 1074), Mainz (van 1244 tot 1462), Regensburg (sinds 1245), Straatsburg (Vrijstad Straatsburg sinds 1262), Nijmegen (meerdere malen, o.a. sinds 1230), Spiers (sinds 1294) en Keulen (sinds 1475).

De stad Groningen voerde en voert de keizerlijke adelaar met twee koppen in het wapen.

Ook Groningen maakte zich in de 15e eeuw in de praktijk los van het sticht Utrecht en eigende zich zelf het wapen van een vrije rijksstad toe. De stad voerde, zoals op het wapen op het orgel in de Martinikerk is te zien, ook de keizerskroon boven het stadswapen.

Het aantal rijkssteden varieerde in de loop der tijd zeer en bereikte op gegeven moment enige honderden. In 1792 waren er echter nog maar 51 over, merendeels kleine steden in Zwaben. Ook in de Nederlanden en in de Elzas waren nog een paar vrijsteden.

De rijkssteden vormden het derde college van de Duitse Rijksdag, na de colleges van de keurvorsten en de vorsten. Ze waren verdeeld over twee banken: de Rijnlandse (R) en de Zwabische (Z). De rijkssteden waren ook vertegenwoordigd in de kreitsen: de Frankische Kreits (F), de Beierse Kreits (B), de Zwabische Kreits (Z), de Boven-Rijnse Kreits (BR), de Neder-Saksische Kreits (NS) en de Nederrijns-Westfaalse Kreits (NW) (zie onderstaande tabel)

Krachtens de Reichsdeputationshauptschluss werden vrijwel alle vrijsteden en Rijkssteden in 1803 gemediatiseerd. Slechts zes steden behielden hun zelfstandigheid: Augsburg, Bremen, Frankfurt, Hamburg, Lübeck en Neurenberg. In 1805 verloor Augsburg zijn zelfstandigheid in de vrede van Presburg, en bij de opheffing van het Heilige Roomse Rijk in 1806 verdwenen ook Neurenberg en Frankfurt. In 1810 werden de laatste drie - Bremen, Hamburg en Lübeck - bij Frankrijk ingelijfd. Na de val van het Franse keizerrijk herstelde het Congres van Wenen de zelfstandigheid van vier voormalige Rijkssteden binnen de Duitse Bond: Hamburg, Bremen, Lübeck en Frankfurt am Main.

Frankfurt werd in 1866 door Pruisen geannexeerd. De drie overgebleven steden maakten deel uit van het nieuwe Duitse keizerrijk van 1870. In 1937 werd tijdens het derde Rijk Lübeck bij Pruisen ingelijfd. Bremen en Hamburg zijn dus de laatste die een zelfstandige positie hebben binnen de huidige bondsrepubliek.

Danzig droeg van 1919 tot 1939 eveneens de titel vrije stad (vrije stad Danzig).

Lijst van vrije rijkssteden in 1792

[bewerken | brontekst bewerken]

met vermelding van hun bank in de Rijksdag, hun ligging in een kreits en het einde van hun zelfstandigheid

naam bank kreits einde kwam aan
Aalen Z35 Z26 1803 Württemberg
Aken R2 NW2 1801 Frankrijk
Augsburg Z2 Z1 1805 Beieren
Biberach Z17 Z14 1803 Baden
Bopfingen Z37 Z27 1803 Beieren
Bremen R8 NS6 1810 Frankrijk
Buchau Z36 Z28 1803 Thurn en Taxis
Buchhorn Z34 Z25 1803 Beieren
Dinkelsbühl Z16 Z13 1803 Beieren
Dortmund R12 NW3 1803 Oranje-Nassau
Esslingen Z5 Z3 1803 Württemberg
Frankfurt R6 BR3 1806 vorst-primaat van de Rijnbond
Friedberg R13 BR4 1803 Hessen-Darmstadt
Gengenbach Z32 Z30 1803 Baden
Giengen Z31 Z23 1803 Württemberg
Goslar R7 NS2 1803 Pruisen
Hamburg R9 NS5 1810 Frankrijk
Heilbronn Z12 Z9 1803 Württemberg
Isny Z25 Z20 1803 graaf van Quadt-Wyckrath
Kaufbeuren Z22 Z17 1803 Beieren
Kempten Z20 Z16 1803 Beieren
Keulen R1 NW1 1801 Frankrijk
Leutkirch Z28 Z21 1803 Beieren
Lindau Z15 Z12 1803 vorst van Bretzenheim
Lübeck R3 NS1 1810 Frankrijk
Memmingen Z14 Z11 1803 Beieren
Mühlhausen R10 NS3 1803 Pruisen
Neurenberg Z3 F1 1806 Beieren
Nördlingen Z7 Z5 1803 Beieren
Nordhausen R11 NS4 1803 Pruisen
Offenburg Z27 Z29 1803 Baden
Pfullendorf Z26 Z24 1803 Baden
Ravensburg Z18 Z15 1803 Beieren
Regensburg Z1 B 1803 Keurvorstendom van de aartskanselier
Reutlingen Z6 Z4 1803 Württemberg
Rothenburg ob der Tauber Z8 F2 1803 Beieren
Rottweil Z10 Z8 1803 Württemberg
Spiers R5 BR2 1801 Frankrijk
Schwäbisch Gmünd Z13 Z10 1803 Württemberg
Schwäbisch Hall Z9 Z6 1803 Württemberg
Schweinfurt Z19 F4 1803 Beieren
Überlingen Z11 Z7 1803 Baden
Ulm Z4 Z2 1803 Beieren
Wangen Z24 Z19 1803 Beieren
Weil der Stadt Z23 Z18 1803 Württemberg
Weißenburg Z30 F5 1803 Beieren
Wetzlar R14 BR5 1803 Keurvorstendom van de Aartskanselier
Wimpfen Z29 Z22 1803 Hessen-Darmstadt
Windsheim Z21 F3 1803 Beieren
Worms R4 BR1 1801 Frankrijk
Zell am Harmersbach Z33 Z31 1803 Baden

Oude vrijsteden die nu in Frankrijk liggen

[bewerken | brontekst bewerken]

tot aan de Franse Revolutie, de elf rijkssteden van de Elzas:

Colmar (Colmar)
Haguenau (Hagenau)
Kaysersberg (Kaisersberg)
Munster (Münster)
Obernai (Oberehnheim)
Rosheim (Rosheim)
Sélestat (Schlettstadt)
Turckheim (Türchheim)
Wissembourg (Weißenburg im Elsass)
Mulhouse (Mülhausen)[1]

tot de Vrede van Nijmegen, 1678/1679

tot de vrede van Münster, 1648

Metz (Metz)
Toul (Tull)
Verdun (Wirten)

tot de annexatie

Oude vrijsteden die nu in de Nederlanden liggen

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie vrije rijkssteden in de Nederlanden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Oude vrijsteden die nu in Zwitserland liggen

[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende vrijsteden hebben zich in de loop der tijd aangesloten bij het Zwitserse eedgenootschap: