[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Talentelling

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Modelformulier voor de volkstelling-talentelling van 1846
Resultaten van de talentelling 1866 zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad

De talentelling was een onderdeel van de tienjaarlijkse volkstelling die in België werd gehouden vanaf 1846. Bedoeling van de telling was in het meertalige België na te gaan waar en door hoevelen welke taal en/of talen gesproken werden.

Met de invoering van de taalwetgeving in 1932 werden de resultaten van de talentelling ook bepalend om het taalstatuut van de gemeenten te bepalen en desgevallend aan te passen. Zodra dertig procent van de inwoners zich bekende als spreker van een andere taal dan de officieel bepaalde taal van de gemeente, was deze laatste verplicht deze minderheid administratief in haar taal te bedienen. De talentelling zou hierdoor in de praktijk een politiek instrument worden in de heersende taalstrijd.

De organisatie van de talentelling op het terrein lag grotendeels bij de gemeentebesturen, zij stonden onder meer in voor het aanstellen van de tellingsagenten. In tweetalige gebieden zoals Brussel was er door de wetgever niets bepaald rond het taalgebruik en de taalkennis van deze tellers, zo was het mogelijk dat een eentalig Franstalige op pad gestuurd werd om bij een eentalig Nederlandstalige te enquêteren. Daarnaast werd bij de telling van 1920 door het Brussels gemeentebestuur (en dit van een tiental gemeenten die later deel zouden uitmaken van de agglomeratie) aan de tellers de opdracht gegeven de taalverklaring van eentalig Nederlandstaligen streng te controleren, daar zij het niet konden aanvaarden dat geboren inwoners van Brussel die er ook school hadden gelopen geen Frans zouden kennen. Dit alles zou van Vlaamse zijde gezien worden als een poging om de telling te manipuleren om rond Brussel een zo groot mogelijk officieel tweetalig gebied te verkrijgen.

De laatste telling werd gehouden in 1947. De resultaten, die pas in 1954 bekend werden gemaakt, en aan Vlaamse zijde sterk betwist werden hadden tot gevolg dat drie gemeenten voortaan een tweetalig statuut kregen en bij de Brusselse agglomeratie gevoegd werden (Evere, Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem) en dat er in vier Brusselse randgemeenten (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek en Wemmel) voortaan faciliteiten zouden komen voor de Franssprekende minderheid.

Aanhoudend Vlaams protest inclusief een boycotactie zorgde ervoor dat de volgende telling, voorzien in 1957, eerst werd uitgesteld om er uiteindelijk nooit meer te komen. Dit protest werd ingeleid door de Brusselse advocaat en Marxistisch intellectueel Antoon Roosens, die ook secretaris was van het Vlaams Komitee voor Brussel en Taalgrens. Roosens riep de Vlaamse burgemeesters samen om in een petitie te protesteren tegen een nieuwe talentelling en de verbintenis aan te gaan de formulieren niet uit te delen. Op de eerste vergadering waren slechts de burgemeesters Emiel Van Cauwelaert van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek en de burgemeester van Kobbegem aanwezig. Verder hadden ook Kamerlid Corneel Verbaanderd, burgemeester van Grimbergen en een paar andere burgemeesters van Vlaams-Brabant hun woord gegeven. Ze legden de petitie voor aan hun gemeenteraad die het als motie goedkeurden. In augustus 1959 groeide het aantal protesterende gemeenten tot 500. In allerlaatste instantie deden ook de steden Antwerpen, Gent, Brugge en Mechelen mee. Hasselt had zich al vroeger bij de petitie aangesloten. Gelijktijdig met de petitie-actie kwam er de oproep van Stijn Streuvels en Herman Teirlinck om het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. De regering oordeelde het verstandiger de talentelling uit te stellen en alleen een volkstelling te organiseren. De talentelling werd in het kader van de definitieve vastlegging van de taalgrens bij wet afgeschaft op 24 juli 1961 door de regering-Lefèvre-Spaak (1961-1965).

Vraagstelling

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1846 werd gevraagd naar de gewoonlijk gesproken taal, waarbij volgende talen afzonderlijk vermeld werden in de publicatie van de resultaten: Frans - Nederlands - Duits - Engels - Andere taal. Kinderen die nog niet konden spreken werden geteld bij de taal van het gezin.

Bij de volkstelling van 1856 werd er niet naar het taalgebruik gepeild.

In 1866 werd er niet langer gevraagd naar de gewoonlijk gesproken taal maar naar de landstalen die men spreekt (Frans of Waals, Nederlands of Vlaams, Duits of Luxemburgs), er werd geen enkel onderscheid gemaakt tussen de meestal of bij voorkeur gesproken taal en de andere talen die men kent. Ook naar de mate van de kennis van de taal en/of talen in kwestie werd niet gevraagd. Kinderen die nog niet kunnen spreken worden deze keer in de taalgroep van de moeder of vader meegeteld. Doofstommen worden apart geteld.

In 1880 is de vraagstelling identiek als in 1866 maar de kinderen jonger dan twee jaar worden geteld bij de groep "geen van de drie talen".

In 1890 is de vraagstelling identiek als in 1866 maar de kinderen jonger dan twee jaar worden geteld bij de taalgroep die meestal gesproken wordt in het gezin.

In 1900 is de vraagstelling identiek als in 1866 maar de kinderen jonger dan twee jaar worden bij de groep "geen enkele taal" geteld. Er worden ook aparte resultaten gepubliceerd voor personen van 15 jaar en ouder.

Vanaf de telling van 1910, tot de laatste telling in 1947 werd voor de meertaligen de bijkomende vraag gesteld welke taal zij het meest gebruikten, het meest spraken. Hierbij werd geen onderscheid gemaakt tussen gebruik op professioneel of familiaal niveau. Kinderen jonger dan twee worden vanaf nu in de rubriek "geen enkele taal" opgenomen.

Bij de tellingen van 1846 tot en met 1920 werden de resultaten opgesplitst voor mannen en vrouwen.

De precieze formulering van de vragen betreffende de taalkennis was bij de telling van 1947 als volgt:

6a) In te vullen alleen voor de personen van twee jaar en ouder (geboren voor 1 januari 1946). Spreekt de getelde Frans (Waals)? ... (ja of neen) ..., Nederlands (Vlaams)? ... (ja of neen)..., Duits? ... (ja of neen)... Indien hij twee of de drie bovenvermelde landstalen spreekt, welke taal gebruikt hij meestal? ...

6b) Enkel voor de kinderen van minder dan twee jaar in te vullen (geboren op 1 januari 1946 en daarna). Welke is de lands taal welke men het kind aanleert om zich uit te drukken? ...........

In de onderrichtingen bij het vragenformulier voor de telling van 1947 wordt alleen een verduidelijking gegeven voor het eerste deel van vraag 6a), te weten:

Wordt beschouwd als een van de talen machtig, diegene die er een voldoende kennis van bezit om zich in het gewone leven te kunnen doen verstaan.

Controle van de resultaten van de talentelling

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Koninklijk Besluit voor de volkstelling van 1930 voorzag in de mogelijkheid tot het benoemen van speciale controleurs betreffende alle gestelde vragen. Gezien de bevoegde minister de resultaten van deze telling tijdens het Kamerdebat over de taalwetten van 1932 zelf als onbetrouwbaar omschreef, werden in het najaar 1933 de resultaten in 25 taalgrensgemeenten aan een controle onderworpen. Het late tijdstip van de controle beperkte meteen de omvang van de controle, ondertussen waren heel wat personen reeds verhuisd, overleden etc. De facto werden bijvoorbeeld in de betroffen gemeenten van het arrondissement Kortrijk ongeveer 44% van de telformulieren gecontroleerd. De gemeenten van de agglomeratie Brussel en de randgemeenten ervan (3 gemeenten van de huidige 19 behoorden toen nog niet tot de agglomeratie) werden niet gecontroleerd. Voor het totaal van de 25 gemeenten steeg het aandeel Nederlandssprekenden van 27,98% naar 32,11%, dus een toename van het aantal Nederlandssprekenden van bijna 15%, het aandeel Franssprekenden daalde van 67,95% naar 63,84%. Slechts in 1 gemeente (Spiere/Espierres) daalde het aantal Nederlandstaligen met 1,05%. In 8 gemeenten van de 25 betekenden de gewijzigde resultaten dat het aantal Nederlandstaligen de 20% of 30% overschreed wat directe gevolgen had voor het taalstatuut van de taalminderheid.

Ook voor de telling van 1947 werden in het Koninklijk Besluit controlemechanismen voorzien, men kwam echter niet meer tot het benoemen van speciale controleurs zoals in 1933 en een vergelijkbare controle bleef uit.

Resultaten van de talentelling nationaal en per provincie

[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de eerste telling van 1846 werd enkel gepeild naar het gebruik van de omgangstaal, vanaf de telling van 1866 naar de kennis van de verschillende landstalen. Vanaf 1910 werd behalve naar de kennis ook gevraagd naar de meestal of uitsluitend gesproken taal.

De bron van al de hieronder vermelde resultaten, uitgezonderd deze met betrekking tot de controletelling in 1933, is het Belgisch Staatsblad waarin de gegevens van de talentelling gepubliceerd werden.

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 2.470.349 1.827.153 34.056 56,7% 42,5% 0,8%
1866 2.406.491 308.361 2.041.784 20.448 35.356 1.625 4.966 50,6% 6,5% 42,9% 0,4% 0,7% 0,0% 0,1%
1880 2.485.384 423.752 2.230.316 35.250 39.550 2.956 13.331 48,4% 8,2% 43,4% 0,7% 0,8% 0,1% 0,3%
1890 2.744.271 700.997 2.485.072 58.590 32.206 6.920 36.165 46,3% 11,8% 41,9% 1,0% 0,5% 0,1% 0,6%
1900 2.822.005 801.587 2.574.805 66.447 28.314 7.238 42.889 45,5% 12,9% 41,5% 1,0% 0,4% 0,1% 0,7%
1910 3.220.662 871.288 2.833.334 74.993 31.415 8.652 52.547 46,5% 12,9% 40,9% 1,1% 0,4% 0,1% 0,7%
1920 3.187.073 960.960 2.855.835 45.073 16.877 2.350 34.158 45,5% 13,7% 40,8% 0,6% 0,2% 0,0% 0,5%
1930 3.473.291 1.045.601 3.039.315 67.140 69.033 9.332 54.086 46,0% 13,8% 40,2% 0,9% 0,9% 0,1% 0,7%
1947 3.554.230 1.325.911 2.910.523 83.315 58.955 23.318 215.985 45,6% 17,0% 37,6% 1,0% 0,7% 0,3% 2,6%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 3.832.193 3.183.303 77.395 54,0% 44,9% 1,1%
1920 3.791.469 3.278.756 88.652 53,0% 45,8% 1,2%
1930 4.135.568 3.513.321 100.163 53,4% 45,3% 1,3%
1947 4.475.187 3.568.564 78.566 55,1% 43,9% 1,0%

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 361.387 6.981 1.577 97,7% 1,9% 0,4%
1866 430.403 28.592 3.887 214 700 304 780 92,6% 6,2% 0,8% 0,0% 0,2% 0,1% 0,2%
1880 477.570 49.283 7.957 721 2.286 746 2.845 88,2% 9,1% 1,5% 0,1% 0,4% 0,1% 0,5%
1890 592.193 78.890 11.716 1.519 2.118 3.526 9.213 84,7% 11,3% 1,7% 0,2% 0,3% 0,5% 1,3%
1900 630.224 104.041 10.035 1.798 3.675 3.581 13.024 82,2% 13,6% 1,3% 0,2% 0,5% 0,5% 1,7%
1910 762.414 113.606 12.289 2.660 5.048 5.651 17.857 82,9% 12,4% 1,3% 0,3% 0,5% 0,6% 1,9%
1920 807.043 133.131 12.642 369 427 1.065 9.520 83,7% 13,8% 1,3% 0,0% 0,0% 0,1% 1,0%
1930 934.834 138.181 17.892 1.385 3.806 5.525 18.808 83,4% 12,3% 1,6% 0,1% 0,3% 0,5% 1,7%
1947 979.642 176.649 9.661 1.019 1.134 9.277 56.786 79,4% 14,3% 0,8% 0,1% 0,1% 0,8% 4,6%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 885.264 33.490 11.598 95,2% 3,6% 1,2%
1920 937.495 37.575 807 96,1% 3,9% 0,1%
1930 1.064.045 47.486 7.039 95,1% 4,2% 0,6%
1947 1.188.185 38.145 2.019 96,7% 3,1% 0,2%

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 176.454 9.347 97 94,9% 5,0% 0,1%
1866 173.282 12.476 8.734 101 135 107 237 88,8% 6,4% 4,5% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1%
1880 168.573 18.605 10.513 298 234 634 744 84,5% 9,3% 5,3% 0,1% 0,1% 0,3% 0,4%
1890 184.885 26.930 8.744 170 115 335 1.491 83,0% 12,1% 3,9% 0,1% 0,1% 0,2% 0,7%
1900 187.340 29.306 8.306 185 131 539 1.316 82,5% 12,9% 3,7% 0,1% 0,1% 0,2% 0,6%
1910 218.622 29.386 9.123 251 225 435 1.209 84,3% 11,3% 3,5% 0,1% 0,1% 0,1% 0,3%
1920 244.870 29.355 9.171 119 52 317 749 86,0% 10,3% 3,2% 0,0% 0,0% 0,1% 0,3%
1930 288.434 31.650 11.751 530 4.736 1.765 1.764 84,7% 9,3% 3,4% 0,2% 1,4% 0,5% 0,5%
1947 355.066 47.938 9.406 282 4.550 3.454 9.193 82,6% 11,2% 2,2% 0,1% 1,1% 0,8% 2,1%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 246.263 12.493 495 95,0% 4,8% 0,2%
1920 271.362 13.165 106 95,3% 4,6% 0,0%
1930 317.473 17.034 5.924 93,3% 5,0% 1,7%
1947 408.169 15.477 5.105 95,2% 3,6% 1,2%

Volgende gemeenten werden bij het vastleggen van de taalgrens in 1962 van Limburg overgeheveld naar Luik:

Corswarem - Wouteringen (Otrange) - Rukkelingen-aan-de-Jeker (Roclenge-sur-Geer) - Bitsingen (Bassenge) - Wonck - Eben-Emael - Ternaaien (Lanaye)

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 779.463 13.231 325 98,3% 1,7% 0,0%
1866 744.251 51.819 7.837 199 211 94 586 92,5% 6,4% 1,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1%
1880 749.050 77.313 8.541 272 264 227 1.166 89,5% 9,2% 1,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1%
1890 828.722 107.100 9.084 233 130 295 3.509 87,3% 11,3% 1,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,4%
1900 843.142 116.638 8.164 320 178 331 3.840 86,7% 12,0% 0,8% 0,0% 0,0% 0,0% 0,4%
1910 934.143 116.889 9.311 397 256 401 5.233 87,6% 11,0% 0,9% 0,0% 0,0% 0,0% 0,5%
1920 919.536 123.606 11.156 113 96 118 3.269 86,9% 11,7% 1,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,3%
1930 952.020 132.714 13.239 314 135 428 5.717 86,2% 12,0% 1,2% 0,0% 0,0% 0,0% 0,5%
1947 951.077 178.403 12.168 414 248 3.952 28.522 81,0% 15,2% 1,0% 0,0% 0,0% 0,3% 2,4%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 1.029.719 25.341 743 97,5% 2,4% 0,1%
1920 1.007.657 38.404 153 96,3% 3,7% 0,0%
1930 1.063.542 38.728 266 96,5% 3,5% 0,0%
1947 1.132.259 37.773 470 96,7% 3,2% 0,0%

Volgende gemeenten werden bij het vastleggen van de taalgrens in 1962 van Oost-Vlaanderen overgeheveld naar Henegouwen:

Orroir - Amougies - Rozenaken

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 607.413 34.380 139 94,6% 5,4% 0,0%
1866 564.840 48.677 26.559 186 337 28 266 88,1% 7,6% 4,1% 0,0% 0,1% 0,0% 0,0%
1880 553.609 76.595 24.874 149 132 139 606 84,4% 11,7% 3,8% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1%
1890 604.320 103.752 27.375 175 70 151 1.807 81,9% 14,1% 3,7% 0,0% 0,0% 0,0% 0,2%
1900 605.575 123.121 26.982 270 140 166 2.189 79,8% 16,2% 3,6% 0,0% 0,0% 0,0% 0,3%
1910 669.081 123.938 31.825 467 165 192 3.197 80,7% 15,0% 3,8% 0,1% 0,0% 0,0% 0,4%
1920 621.574 113.290 30.189 124 41 76 1.919 81,0% 14,8% 3,9% 0,0% 0,0% 0,0% 0,3%
1930 676.338 137.270 42.808 240 121 262 4.439 78,5% 15,9% 5,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,5%
1947 693.152 197.219 43.131 361 118 1.945 23.651 72,2% 20,6% 4,5% 0,0% 0,0% 0,2% 2,5%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 774.411 53.884 570 93,4% 6,5% 0,1%
1920 713.527 53.603 64 93,0% 7,0% 0,0%
1930 784.741 75.225 261 91,2% 8,7% 0,0%
1947 874.181 82.260 216 91,4% 8,6% 0,0%

Volgende gemeenten werden bij het vastleggen van de taalgrens in 1962 van West-Vlaanderen overgeheveld naar Henegouwen:

Ploegsteert - Waasten - Neerwaasten - Houthem - Komen - Moeskroen - Lowingen - Herzeeuw - Dottenijs

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 467.696 220.547 1.538 67,8% 32,0% 0,2%
1866 456.175 130.722 216.098 2.084 1.973 493 2.092 56,3% 16,1% 26,7% 0,3% 0,2% 0,1% 0,3%
1880 501.670 153.436 260.589 4.723 4.250 639 4.793 53,9% 16,5% 26,0% 0,5% 0,5% 0,1% 0,5%
1890 504.166 299.992 274.459 7.335 2.518 1.450 14.074 45,7% 27,2% 24,9% 0,7% 0,2% 0,1% 1,3%
1900 524.030 336.847 305.150 10.011 3.008 1.818 16.411 43,8% 28,1% 25,5% 0,8% 0,3% 0,2% 1,4%
1910 603.507 381.997 382.947 14.533 3.987 1.367 18.963 42,9% 27,1% 27,2% 1,0% 0,3% 0,1% 1,3%
1920 563.544 451.593 431.920 3.919 676 264 13.567 38,5% 30,8% 29,5% 0,3% 0,0% 0,0% 0,9%
1930 597.007 480.677 512.844 11.296 2.502 960 17.307 36,8% 29,6% 31,6% 0,7% 0,2% 0,1% 1,1%
1947 556.253 571.759 527.722 17.746 2.065 3.136 65.046 31,9% 32,8% 30,3% 1,0% 0,1% 0,2% 3,7%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 830.037 565.346 11.918 59,0% 40,2% 0,8%
1920 798.481 665.507 1.193 54,5% 45,4% 0,1%
1930 844.352 769.931 5.259 52,1% 47,5% 0,3%
1947 820.015 893.922 3.857 47,7% 52,0% 0,2%

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 20.739 663.538 353 3,0% 96,9% 0,1%
1866 15.476 17.566 810.260 681 318 28 183 1,8% 2,1% 95,9% 0,1% 0,0% 0,0% 0,0%
1880 13.836 23.804 889.478 1.587 443 65 1.634 1,5% 2,6% 95,6% 0,2% 0,0% 0,0% 0,2%
1890 11.303 36.946 996.602 2.348 246 60 859 1,1% 3,5% 95,1% 0,2% 0,0% 0,0% 0,1%
1900 15.231 40.828 1.033.959 2.259 300 102 981 1,4% 3,7% 94,5% 0,2% 0,0% 0,0% 0,1%
1910 17.283 49.575 1.113.738 2.560 432 50 1.028 1,5% 4,2% 94,0% 0,2% 0,0% 0,0% 0,1%
1920 14.724 57.265 1.104.521 1.122 77 27 919 1,2% 4,9% 93,7% 0,1% 0,0% 0,0% 0,1%
1930 10.252 71.182 1.131.019 2.606 839 36 1.210 0,8% 5,8% 92,9% 0,2% 0,1% 0,0% 0,1%
1947 6.036 82.439 1.050.044 6.764 6.327 175 9.119 0,5% 7,1% 90,5% 0,6% 0,5% 0,0% 0,8%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 35.217 1.148.507 942 3,0% 96,9% 0,1%
1920 34.309 1.144.191 155 2,9% 97,1% 0,0
1930 32.999 1.182.320 1.295 2,7% 97,2% 0,1%
1947 23.700 1.125.495 7.051 2,1% 97,3% 0,6%

Volgende gemeenten werden bij het vastleggen van de taalgrens in 1962 van Henegouwen overgeheveld naar:

Oost-Vlaanderen - Everbeek

Brabant - Bever - Sint-Pieters-Kapelle

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 21.071 427.442 4.087 4,7% 94,4% 0,9%
1866 21.490 16.338 499.103 7.793 10.793 502 677 3,9% 2,9% 89,7% 1,4% 1,9% 0,1% 0,1%
1880 20.216 22.054 556.397 14.919 14.068 440 1.269 3,2% 3,5% 88,4% 2,4% 2,2% 0,1% 0,2%
1890 17.743 43.286 651.098 27.530 11.217 1.052 4.315 2,3% 5,7% 86,1% 3,6% 1,5% 0,1% 0,6%
1900 15.772 46.237 683.060 27.694 9.853 596 4.162 2,0% 5,9% 86,8% 3,5% 1,3% 0,1% 0,5%
1910 14.726 50.068 748.504 28.627 9.744 474 4.229 1,7% 5,8% 87,4% 3,3% 1,1% 0,1% 0,5%
1920 14.996 46.418 742.312 15.626 8.313 449 3.342 1,8% 5,6% 89,3% 1,9% 1,0% 0,1% 0,4%
1930 13.764 46.339 790.481 29.294 51.081 345 3.930 1,5% 5,0% 84,5% 3,1% 5,5% 0,0% 0,4%
1947 11.931 55.861 748.777 42.704 43.181 1.301 18.404 1,3% 6,1% 81,2% 4,6% 4,7% 0,1% 2,0%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 29.286 807.781 19.305 3,4% 94,3% 2,3%
1920 26.868 799.758 61.702 3,0% 90,0% 7,0%
1930 26.616 847.569 60.928 2,9% 90,6% 6,5%
1947 25.156 836.693 56.634 2,7% 91,1% 6,2%

Volgende gemeenten werden bij het vastleggen van de taalgrens in 1962 van Luik overgeheveld naar:

Brabant: Attenhoven - Eliksem - Laar - Landen - Neerhespen - Neerlanden - Neerwinden - Overhespen - Overwinden - Rumsdorp - Waasmont - Walsbets - Walshoutem - Wange - Wezeren.

Limburg: Moelingen - 's-Gravenvoeren - Sint-Martens-Voeren - Sint-Pieters-Voeren - Teuven - Remersdaal

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 686 159.768 25.774 0,4% 85,8% 13,8%
1866 184 461 169.460 8.717 20.799 26 95 0,1% 0,2% 84,8% 4,4% 10,4% 0,0% 0,0%
1880 416 500 168.128 11.824 17.698 20 105 0,2% 0,3% 84,6% 6,0% 8,9% 0,0% 0,1%
1890 54 788 176.947 17.654 15.704 28 510 0,0% 0,4% 83,6% 8,3% 7,4% 0,0% 0,2%
1900 167 1.058 174.092 22.470 10.899 47 464 0,1% 0,5% 83,2% 10,7% 5,2% 0,0% 0,2%
1910 153 1.393 183.218 24.099 11.487 32 391 0,1% 0,6% 83,0% 10,9% 5,2% 0,0% 0,2%
1920 170 1.177 183.178 23.162 7.167 5 494 0,1% 0,5% 85,1% 10,8% 3,3% 0,0% 0,2%
1930 84 1.382 183.915 20.647 5.765 9 469 0,0% 0,7% 86,6% 9,7% 2,7% 0,0% 0,2%
1947 218 3.323 187.142 11.711 825 26 2.119 0,1% 1,6% 91,1% 5,7% 0,4% 0,0% 1,0%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 534 188.627 31.612 0,2% 85,4% 14,3%
1920 444 190.500 24.409 0,2% 88,5% 11,3%
1930 366 192.775 19.108 0,2% 90,8% 9,0%
1947 630 201.485 2.592 0,3% 98,4% 1,3%

Gekende talen

Aantal Aandeel
Jaar enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl enkel nl fr & nl enkel fr de & fr enkel de de & nl de & fr & nl
1846 1.484 261.813 177 0,6% 99,4% 0,1%
1866 390 1.710 299.846 473 90 43 50 0,1% 0,6% 99,1% 0,2% 0,0% 0,0% 0,0%
1880 444 2.162 303.839 757 175 46 169 0,1% 0,7% 98,8% 0,2% 0,1% 0,0% 0,1%
1890 885 3.313 329.047 1.626 88 23 387 0,3% 1,0% 98,1% 0,5% 0,0% 0,0% 0,1%
1900 524 3.511 325.057 1.440 130 58 502 0,2% 1,1% 98,1% 0,4% 0,0% 0,0% 0,2%
1910 733 4.436 342.379 1.399 71 50 440 0,2% 1,3% 98,0% 0,4% 0,0% 0,0% 0,1%
1920 616 5.125 330.746 519 28 29 379 0,2% 1,5% 98,0% 0,2% 0,0% 0,0% 0,1%
1930 558 6.206 335.366 828 48 2 442 0,2% 1,8% 97,6% 0,2% 0,0% 0,0% 0,1%
1947 855 12.320 322.472 2.314 507 52 3.145 0,3% 3,6% 94,4% 0,7% 0,1% 0,0% 0,9%

Taal die meestal of uitsluitend gesproken wordt.

Aantal Aandeel
Jaar nl fr de nl fr de
1910 1.462 347.834 212 0,4% 99,5% 0,1%
1920 1.326 336.053 63 0,4% 99,6% 0,0%
1930 1.434 341.893 83 0,4% 99,6% 0,0%
1947 2.892 337.314 622 0,8% 99,0% 0,2%

Resultaten van de controle in 1933

[bewerken | brontekst bewerken]
Gemeente Inwoners

1930

Aand.1930

nl

Aand.1930

fr

Aand.1933

nl

Aand.1933

fr

Aand.+/−

nl

Aand.+/−

fr

Toename

nl t.o.v. 1930

Komen 7.524 14,90% 81,10% 19,80% 76,21% +4,90% −4,89% +32,89%
Houthem 1.303 20,26% 75,59% 20,65% 74,14% +0,39% −1,45% +1,92%
Mesen 1.056 52,20% 42,40% 64,30% 30,45% +12,10% −11,95% +23,18%
Ploegsteert 5.098 20,40% 75,87% 22,05% 73,85% +1,65% −2,02% +8,09%
Dottenijs 5.507 16,93% 79,03% 19,36% 76,61% +2,43% −2,42% +14,35%
Spiere 965 43,75% 52,22% 42,70% 52,12% −1,05% −0,10% −2,40%
Helkijn 1.201 37,48% 59,78% 45,96% 51,46% +8,48% −8,32% +22,63%
Herzeeuw 6.360 23,50% 72,67% 26,72% 69,40% +3,22% −3,27% +13,70%
Lowingen 2.748 31,77% 64,01% 36,28% 59,43% +4,51% −4,58% +14,20%
Moeskroen 33.000 26,90% 68,90% 30,63% 65,15% +3,73% −3,75% +13,87%
Rekkem 3.971 56,28% 39,31% 62,33% 33,34% +6,05% −5,97% +10,75%
Amougies 949 13,70% 83,00% 20,13% 76,71% +6,43% −6,29% +46,93%
Orroir 662 15,20% 81,70% 20,24% 76,74% +5,04% −4,96% +33,16%
Rozenaken 628 30,25% 67,04% 32,32% 65,13% +2,07% −1,91% +6,84%
Bever 2.212 55,30% 38,70% 68,72% 27,85% +13,42% −10,85% +24,27%
Twee-Akren 4.234 19,29% 76,88% 21,14% 75,01% +1,85% −1,87% +9,59%
Edingen 4.598 48,50% 47,90% 50,78% 45,50% +2,28% −2,40% +4,70%
Mark 1.487 46,10% 50,30% 47,82% 48,35% +1,72% −1,95% +3,73%
Lettelingen 2.593 27,10% 69,00% 34,21% 61,97% +7,11% −7,03% +26,24%
Bierk 1.091 19,00% 76,00% 28,42% 67,09% +9,42% −8,91% +49,58%
Sint-Renelde 2.933 22,90% 73,60% 27,68% 68,77% +4,78% −4,83% +20,87%
Sluizen 418 20,30% 76,00% 32,54% 64,83% +12,24% −11,17% +60,30%
Walsbets 331 63,40% 32,90% 69,00% 26,89% +5,60% −6,01% +8,83%
Herstappe 117 50,43% 47,01% 53,85% 43,59% +3,42% −3,42% +6,78%
Wouteringen 423 6,15% 87,47% 12,76% 81,80% +6,61% −5,67% +107,48%
Totaal 25 91.409 27,98% 67,95% 32,11% 63,84% +4,13% −4,11% +14,76%

Bron v.d. cijfers van de controle in 1933: De Vlaamse Gids nr. 3/1960 (studie Hein Picard)