[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Luikse tram

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tramway de Liège
Luikse tram
Basisgegevens
Locatie Luik, België
Vervoerssysteem tram
Startdatum 15 april 2025
Lengte trajecten 11,7 km
Aantal lijnen 1
Aantal stations 23
Spoorwijdte 1435 mm
Uitvoerder(s) TEC
Operationele gegevens
Gem. snelheid 20 km/h
Portaal  Portaalicoon   Openbaar vervoer
Tramlijn 1 (Luik)
uKBHFa Coronmeuse
uBHF Reine Astrid
uSTRuKBHFa Liège Expo Station Bressoux
uSTRuBHF Droixhe
uSTRuhKRZWae Pont Atlas over de Maas
uABZgl+luSTRr
uBHF Pont Atlas
uBHF Marengo
uABZgluSTR+r
uBHFuSTRg Pont Maghin
uSTRfuBHF Curtius
uBHFuSTRg Féronstrée
uSTRfuBHF La Batte
uABZg+luSTRr
uBHF Saint-Lambert Station Luik-Sint-Lambertus
uBHF Opéra
uBHF Sauvenière
uBHF Pont d'Avroy
uBHF Charlemagne
uBHF Blonden
uBHF Petit Paradis
uBHF Gare des Guillemins
uBHF Général Leman
uBHF Val-Benoît
uBHF Petit Bourgogne
uBHF Place Ferrer Station Sclessin
uKBHFe Standard

De Luikse tram is een tramlijn in aanleg die vanaf 15 april 2025 in de stad Luik, tussen Sclessin, het hoofdstation Luik-Guillemins, het centrum, de Place Saint-Lambert en Coronmeuse en Bressoux met elkaar verbind. Ze is aangelegd tussen 2019 en 2024. Eerdere plannen voor tramlijn 1 voorzagen verlengingen naar het bus- en treinstation van Jemeppe-sur-Meuse in het zuiden en Herstal in het noorden, maar in 2024 is besloten deze niet als tram maar als buslijn aan te leggen[1]. De bouw van de lijn, aankoop en schoonmaak van de trams en het onderhoud van dit alles zijn vervat in een PPS-contract.

De eerste trams (periode 1871-1968)

[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste trams in Luik waren paardentrams uit 1871. Elektrificatie van de lijnen vond plaats in 1893, een primeur voor België. Gedurende de volgende tien jaar breidde het net sterk uit. Nieuwe lijnen werden zowel naar het zuiden als het noorden van de stad aangelegd. In 1899 bereikte een lijn de pont de Wandre, in 1897 verbond een andere Luik met de stad Chênée en in 1905 werd de stad Angleur eveneens bediend door trams. Voor de wereldtentoonstelling van 1905 werd een vierde lijn aangelegd. Er waren vele elkaar concurrerende trammaatschappijen die uiteindelijk fuseerden in drie grote trammaatschappijen: RELSE (Railways Economiques de Liège-Seraing et Extensions), TULE (Tramways Unifies de Liège et Extensions) en de Buurtspoorwegen van de provincie Luik (onderdeel van de SNCV/NMVB met zijn metersporige lijnen. Deze laatste werden na de Tweede Wereldoorlog stukje bij beetje ingekort tot december 1961, toen de laatste buurttram werd vervangen door een bus. De gele TULE-stadstrams lijn 1 en 4 reden in 1964 voor het laatst en de groene RELSE-trams naar Seraing in 1968. De tram werd uit dienst genomen vanwege het feit dat het materieel verouderd was en het te duur zou zijn om deze te vervangen. Moderne bussen zouden winstgevender zijn. [1] Luik kende van 1930-1971 ook een groot trolleybusnet met op het hoogtepunt 20 lijnen.[2]

Enkele oude trams zijn bewaard gebleven in het Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië.

Het geschrapte metroproject

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie TAU (metro) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Aan het einde van de jaren 70 van de 20e eeuw werd de aanleg van een metro voorzien. Er werd al een tunnel aangelegd onder de kaaien van Saint-Léonard en la Batte. De metro zag echter nooit het licht en de tunnel ging de geschiedenis in als een van de grote nutteloze werken van het land.

Herintroductie van de tram

[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds 2008 bestond er een consensus bij de burgemeesters van het Waalse Gewest en bij de OTW over de terugkeer van de tram. Enerzijds moet het stijgende autoverkeer in de Luikse agglomeratie teruggedrongen worden,[3] anderzijds zijn bepaalde assen nu al verzadigd, vooral in de Maasvallei.

La maison du tram, informatiecentrum op de boulevard de la Sauvenière (2015)

Een eerste lijn van Seraing naar Herstal is in aanbouw; een tweede lijn van Ans naar Chênée, of Vaux-sous-Chèvremont wordt overwogen. Enkelen onderstrepen het belang van het voorzien van een centrale ringlijn die min of meer het traject van de huidige Luikse buslijn 4 zou overnemen.[4]

De kosten voor de aanleg van de eerste lijn worden geschat op 500 miljoen euro; voor de tweede lijn zou dit 300 tot 700 miljoen bedragen.[5] De ingebruikname van de eerste lijn was gewenst voor 2015,[6] maar in 2009 werd het najaar van 2018 voorzien voor de eerste ingebruikname. Met een lengte van 17,5 km, zal deze lijn 25 haltes tellen, waarvan 7 intermodale punten met een overstapmogelijkheid op de bus.[6]

Op 21 oktober 2011 legde de Waalse regering het definitieve tracé van lijn 1 vast.[7] Op 22 december 2011 werd de Waalse regering het eens over de realisatie van de eerste fase van lijn 1, tussen Sclessin en Coronmeuse. Deze sectie zou oorspronkelijk opgeleverd worden in 2017.[8][9] Vanwege Europese kritiek op de wijze waarop het project werd opgenomen in de begroting, liep het dossier vertraging op. In 2018 werd ervan uitgegaan dat de lijn in 2022 in bedrijf genomen zou kunnen worden.

Sinds eind 2023 werden de stellen getest op het tracé. Vanaf 20 augustus 2024 reden trams als test in het stadscentrum, na een afwezigheid daar van bijna 60 jaar.[10]

In november 2024 werd de ingebruikname uitgesteld naar 15 april 2025.[11]

Toekomstplannen

[bewerken | brontekst bewerken]

Er waren plannen voor twee verlengingen:

  • Aan de zuidwestelijke kant, naar het busstation van Jemeppe aan station Pont-de-Seraing.
  • Aan de noordelijke tak, van Coronmeuse naar Place Licourt in Herstal. De voorbereidende werken naar Herstal waren al in 2023 gestart. In een latere fase zou de lijn nog verder verlengd kunnen worden naar de winkelboulevard Basse Campagne in Herstal.[12]

In augustus 2024 verklaarde de nieuwe Waalse regering (zonder Luikse ministers) deze uitbreidingen niet uit te voeren, gezien de kostprijs, en in de plaats voor 264 miljoen euro aan beide uiteinden van de tramlijn een bus te laten rijden.[13]

De aanleg van een tweede lijn, tussen Ans en Vaux-sous-Chèvremont bij Chaudfontaine is optioneel.

Het nieuwe net

[bewerken | brontekst bewerken]
Tracé
Aanleg van de sporen ter hoogte van de Pont Atlas, richting Coronmeuse, juni 2022

De lengte van lijn 1 zal uiteindelijk 19,061 kilometer bedragen: 17,799 kilometer van Seraing naar Herstal en 1,262 kilometer voor de aftakking naar Bressoux. Daarvan wordt voorlopig alleen de centrale sectie Sclessin – Coronmeuse aangelegd. Deze sectie zal circa 11,7 kilometer lang zijn en 23 haltes tellen, gemiddeld om de 450 meter.[12] De kosten werden in 2011 geraamd op 360 miljoen euro.[14][15]

Het grootste deel van het tracé ligt op de linkeroever van de Maas, alleen de aftakking naar Bressoux bereikt via de Pont Atlas de rechteroever.

Het grootste deel van de lijn is in dubbelspoor uitgevoerd. Het deel tussen Saint-Lambert en Marengo is gesplitst in twee enkelsporige trajecten. Normaliter volgen trams oostwaarts de route over La Batte, langs de Maaskade, terwijl trams westwaarts de route via Féronstrée volgen. Op zondagen is op La Batte markt, dan rijden trams in beide richtingen via Féronstrée. De halte Féronstrée ligt aan een kort dubbelsporig traject, zodat trams uit beide richtingen elkaar hier kunnen passeren. Bijzonderheid hier is dat trams bij deze halte het linker spoor kiezen, omdat alleen aan de noordkant ruimte was voor een abri.[16]

Enkele delen van het traject worden zonder bovenleiding uitgevoerd, de tram rijdt hier op batterij. Het gaat om de secties Général Leman - Blonden, Opéra - Pont Maghin/Curtius en het deel over de Pont Atlas.[16]

Tramaanleg avenue Blonden (feb. 2023)
1:1-maquette toekomstig materieel (2019)

De aanbesteding van de tramaanleg verliep moeizaam, mede doordat Eurostat in 2015-2016 tot driemaal toe een negatief advies gaf over het financiële dossier. In 2018 werd de aanbesteding toegewezen aan het tijdelijke consortium Tram'Ardent, een consortium van Colas, CAF en de financiële groep DIF. Naast Tram'Ardent was ook Mobiliège 2.0 (waar onder meer Alstom deel van uitmaakte) als laatste kandidaat overgebleven.

De aanleg van de eerste fase van lijn 1, tussen Sclessin en Coronmeuse, was gepland van 2019 tot 2023.[17] De bouw liep vertraging op als gevolg van het stilleggen van de werf aan het begin van de coronapandemie, waardoor de openingsdatum een jaar verschoven is.

Langs het tracé worden ongeveer 500 bomen geplant. Verwacht wordt dat door het verdwijnen van parkeerplaatsen voor auto's meer ruimte voor fietsers en voetgangers zal ontstaan.[12]

Rollend materieel

[bewerken | brontekst bewerken]

De aanbesteding werd toegewezen aan het consortium Tram'Ardent waar het Spaanse CAF deel van uitmaakt. CAF zal 20 trams van het type Urbos leveren, uitgerust met batterij omdat een deel van het tracé zonder bovenleiding zal zijn.[18]

Van 5 tot 13 oktober 2019 werd op het Tivoliplein een maquette op ware grootte van de toekomstige trams tentoongesteld. Later verhuisde de maquette naar het Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië.[19]

  • (fr) Le Tram, projectwebsite