De oorspronkelijke rammelige tekst komt me bekend voor. Is dit werkelijk eigen werk? En overigens ligt het Kolonelsdiep in Friesland. Aliter 2 okt 2006 22:41 (CEST)Reageren

De tekst rammelt volgens mij ook. Wopke Eekhoff heeft een uitgebreid artikel over Caspar de Robles geschreven in de Vrije Fries in 1862 pdf van 1,4 MB en een aanvulling hierop in 1877 pdf van 258 kB.

Het Kolonelsdiep liep van het Bergumermeer naar Briltil (iets ten westen van Zuidhorn). Zie voor de ligging van het Kolonelsdiep in de provincie Groningen het verslag van Roel Castelijns met foto's en kaarten pdf van 5,76 MB.

Bouwe Brouwer 1 dec 2006 17:58 (CET)Reageren

De Hertog van Alva werd na de Allerheiligenvloed, die in totaal aan zo'n 100.000 mensen het leven kostte, bestookt met verzoeken om aan de onhoudbare toestand in het noorden een einde te maken. Daaronder was ook een brief van Caspar di Robles, Portugees edelman in Spaanse dienst die eerst kolonel was geweest van een regiment Waalse troepen en daarna voor de Spanjaarden luitenant-stadhouder werd van de noordelijke gewesten. Ook hij beklaagde zich bij Alva over de grote schade, en kondigde aan dat hij zou trachten de zwaarst getroffen dijken weer in orde te krijgen — al voegde hij eraan toe te vrezen dat het herstel niet voor lange duur zou zijn, als de aard van het volk niet veranderde . . . Bij besluit van 15 maart 1572 werd Robles echter benoemd tot hoofd van een kommissie van arbiters die moest proberen de geschillen over de dijken op te lossen. Hij vatte die taak zeer serieus op en zou haar ongetwijfeld snel ten uitvoer hebben gebracht, als hij niet was weggeroepen om het opstandige Haarlem te bedwingen. Maar toen hij in 1573 terug kwam bezat di Robles de grootst mogelijke bevoegdheid dankzij zijn benoeming tot stadhouder. Op 18 oktober 1573 werd tijdens een buitengewone 'visitatiedag' de toestand van de dijken uitgebreid gekontroleerd. Gekonstateerd werd oa. dat een groot gedeelte bij Harlingen dermate was weggeslagen dat een geheel nieuw stuk dijk tot stand moest komen. De nieuwe dijk moest 10 a 12 voet hoog worden, zo werd bepaald, ook de gedeelten die De Caspar di Roblesdijk tussen Roptazijl en Oosterbierum N O O R D E R B R E E D T E 8 7 - 6

van: http://www.noorderbreedte.nl/pdf/87213.pdf

Just a member 28 mei 2007 22:19 (CEST)Reageren

In 1569 ging hij naar Groningen samen met Charles (Karel) Quarré (Raadsheer in de Raad van Brabant en lid van de Raad der Beroerten - de door Alva ingestelde Bloedraad -) om die burgers te straffen, die aan de beeldenstorm hadden deelgenomen en zich vóór de Prins verklaard hadden; vier daarvan werden opgehangen of onthoofd.

Van de zin Op 17 mei 1568 zagen de Harlingers 1800 Waalse soldaten onder leiding van kolonel De Robles aan land komen. wordt geen bron genoemd. Eekhoff noemt in zijn Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden p. 263 (Leeuwarden 1846) dat er op 19 mei 1568 tien vaandels Spaanse soldaten in Harlingen aankomen en via Leeuwarden naar Heiligerlee trekken. Op 29 mei keren slechts vier vaandels ontredderd terug. Van Robles als commandant is geen sprake. Volgens ir. Sevenster in De Stenen Man (Leeuwarden 1985) krijgt De Robles in een brief van Alva van 31 december 1568 opdracht naar stad Groningen te gaan, waar hij 7 februari 1569 arriveert.

De zin op 17 mei 1568 e.v. kan beter weg.

Fyke Bôle (overleg) 30 sep 2018 19:32 (CEST)Reageren

Die tien vaandels Waalse soldaten hebben in elk geval een aanvoerder gehad. Er zou eerst gezocht kunnen worden wie dat was. Ik vind het voorbarig om de bedoelde zin te schrappen, omdat hij wel een waarschijnlijke kandidaat is.

Henk van Haandel (overleg) 30 sep 2018 23:21 (CEST)Reageren

Ik heb gezocht naar de bron van die 17 mei en Robles, maar niets kunnen vinden. Het is wel vaak overgeschreven. Robles is m.i. juist een onwaarschijnlijke kandidaat. Hij wordt nergens genoemd als deelnemer aan de slag bij Heiligerlee, wel die bij Jemmingen. Dat hij in mei 1568 in Holland was met Waalse soldaten heb ik ook nergens kunnen vinden. Het is waarschijnlijker dat hij bij Alva in de buurt was en zo bij Jemmingen werd ingezet en daarna naar Groningen gestuurd. Er wordt al eeuwen gemakkelijk iets aan Robles toegeschreven zonder bron. Zelfs in het NNBW staat dat hij in 1568 benoemd werd tot luitenant-stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, wat pertinent onjuist is. Van Groesbeek was dat tot 1572. Er pleit veel meer tegen dan voor Caspar als commandant. Als iemand alsnog toch een betrouwbare bron vindt die Caspar als commandant noemt kan de zin worden herplaatst, maar om hem zonder bron te laten staan in afwachting daarvan past niet bij een betrouwbare encyclopedie. Fyke Bôle (overleg) 2 okt 2018 10:24 (CEST)Reageren

Een zekere G. Bailly zou een volmacht zijn van de graaf van Rennenberg. Neem aan dat dit Gaspar Bailly zal zijn. (1580, placc.Lwdn)

Beste onbekende, dit is een verkeerde aanname. G. Bailly is Ghislain de Bailly. In het Groot placaat en charterboek van Vriesland deel IV blz. 211 staat boven het plakkaat: Request, door den volmacht van den graaf van Rennenberg, G. Bailly, gepresenteerd aan Alexander van Parma, verzoekende bijstand om de Nederlanden weer terug te brengen onder de heerschappij des Konings en herstel van hemzelven (graaf van Rennenberg) in zijne vorige bedieningen; met, in margine, de antwoorden door Parma daarop gegeven. 6 Oct. 1580. In het plakkaat staat o.a dat deze Bailly aan Parma papieren geeft waarin hij vraagt een regiment van de Heer van Billy (= Caspar de Robles) aan Rennenberg over te dragen. Fyke Bôle (overleg) 2 mrt 2019 10:53 (CET)Reageren

Er zijn weinig tot geen werkelijk primaire bronnen betreffende de heer Caspar de Robles. Daarom het verzoek om het weinige dat wij hebben, zie Quaclappen bijlage alhier ingevoerd Vermelding, netjes in de tekst te integreren. Dat zou de kwaliteit van het artikeltje toekomen.