Outing
Outing (als Nederlands werkwoord: outen) is het zonder iemands instemming bekendmaken van diens (al dan niet vermeende) seksuele voorkeur, waarmee doorgaans homoseksualiteit bedoeld wordt. Het woord is afgeleid van de Engelse uitdrukking 'coming out of the closet' ('uit de kast komen'); uitkomen voor iemands niet-heteroseksuele geaardheid.
Outing als politiek drukmiddel
[bewerken | brontekst bewerken]In de radicale homobeweging geldt outing als een middel om politici die:
- openlijk een beleid voorstaan dat homoseksuelen in hun belangen schaadt of discrimineert,
- en die daarbij vaak homoseksualiteit weergeven als iets moreel verwerpelijks
- terwijl ze zelf in het verborgene homoseksueel gedrag vertonen,
als hypocriet te schande te maken, met als doel deze persoon/personen politiek uit te schakelen. Outing met dit motief is ontstaan na de Stonewall-rellen in 1969.
Outing als chantagemiddel
[bewerken | brontekst bewerken]Dreigen met outing kan gebruikt worden om mensen onder druk te zetten iets te doen of juist niet te doen. Het komt voor in diverse situaties waarbij het privéleven van de persoon in het geding is zoals in (voorbije) liefdesrelaties, ouderschap enzovoort. Ook om een zakelijke carrière te dwarsbomen wordt de tactiek gebruikt. Daarnaast behoort het tot de afpersingsmiddelen van de misdaad en laten ook de roddelpers en de homobladen zich niet onbetuigd.
Outing van historische figuren
[bewerken | brontekst bewerken]Als onderdeel van de bewustwording van de homobeweging is er gepoogd een geschiedenis van de homoseksualiteit op te stellen. Aan de hand van historische documenten als biografisch materiaal, medische rapporten en rechtbankverslagen zijn personen achteraf geconstrueerd als homoseksueel.
Zichzelf outen
[bewerken | brontekst bewerken]Jezelf outen staat te boek als 'coming out of the closet', of 'uit de kast komen'. Anders dan bij geout worden onthult de persoon in kwestie zijn of haar homoseksualiteit vrijwillig op een zelfgekozen tijdstip en manier.
Outing als emancipatiefase
[bewerken | brontekst bewerken]Outing vindt plaats in samenlevingen waarin homoseksualiteit weliswaar een bekend gegeven is maar nog taboe verklaard is, zoals in de Verenigde Staten. Homoseksualiteit is in die situaties niet geheel verboden en tegelijkertijd sociaal niet algemeen aanvaard. Onder de homoseksuelen zijn activisten opgestaan die met de situatie geen genoegen nemen en verregaande wettelijke gelijkberechtiging, zo niet een eigen wetgeving nastreven, en een gematigder houding waarbij onderhandeld wordt afdoen als lafheid.
Bekende outingen
[bewerken | brontekst bewerken]In de Verenigde Staten zijn diverse politici van de Republikeinse Partij en televisiedominees geout door de radicale homobeweging. In het Verenigd Koninkrijk zijn politici het doelwit geweest. Peter Tatchell[1], een radicale homo-activist, heeft met zijn actiegroep OutRage! sinds de jaren '80 enkele tientallen personen geout, meest conservatieve politici en anglicaanse bisschoppen.
De charismatische, progressieve bisschop Bär werd in 1993 geout vanwege (vermeende?) homoseksualiteit en trad daarop af "vanwege te grote aandacht voor zijn privéleven".
In veel landen in het voormalige Oostblok, in streng-religieuze landen waaronder met name in de islamitische wereld en in landen waar het machismo wijdverbreid is, is en was outing een manier om politieke tegenstanders of buitenlanders te criminaliseren. Verder is outing een middel in anti-westers gezinde landen (Cuba, Zimbabwe) om oppositionele elementen uit te schakelen; homoseksualiteit wordt daar gezien als een westers, kapitalistisch en decadent verschijnsel waarop zware wettelijke sancties staan.
Outing: toegestaan of niet?
[bewerken | brontekst bewerken]Op zichzelf is het bekendmaken van privé-informatie van een ander niet strafbaar. Wel wordt het gezien als een inbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer en als dusdanig moreel afgekeurd. Wordt deze privé-informatie ingezet om iemand onder druk te zetten iets te doen of na te laten of om iemands reputatie te beschadigen, is het wel degelijk strafbaar. Daarbij maakt het niet uit of de beschuldiging (=de geoute informatie) juist of onjuist is. Ook kan men zich beroepen op gronden als belediging, laster en smaad.