[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Oog in 't Zeil

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Oog in 't Zeil
Oog in 't Zeil 2009
Oog in 't Zeil 2009
Basisgegevens
Plaats Cothen
Bouwjaar 1869
Type stellingmolen
Kenmerken ronde stenen bovenkruier
Vlucht 23,70 m
Functie korenmolen
Bestemming  Het malen van graan op vrijwillige basis
Huidig gebruik  korenmolenBewerken op Wikidata
Monumentstatus rijksmonumentBewerken op Wikidata
Monumentnummer  474236
Externe link(s) en afbeeldingen
Molendatabase
De Hollandsche Molen
Oog in 't Zeil 2010
Oog in 't Zeil 2010
Geopend door de toenmalige burgemeester P.Th. Bunjes en gedeputeerde C.G.J. van den Oosten op 23 mei 1987.
Geopend door de toenmalige burgemeester P.Th. Bunjes en gedeputeerde C.G.J. van den Oosten op 23 mei 1987.
Nieuwe staart in 1986
Nieuwe staart in 1986
Portaal  Portaalicoon   Molens

De Oog in 't Zeil is een ronde stenen stellingmolen aan het Molenplein in Cothen, provincie Utrecht. De molen heeft een 17-kantige stelling. In de bestrating van het molenplein zijn vier molenwieken afgebeeld. De Oog in 't Zeil is een korenmolen, waarop enkele vrijwillige molenaars wekelijks graan malen voor particulieren.

De molen werd in 1869 gebouwd ter vervanging van een standerdmolen. De molen bleef tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw op windkracht in bedrijf. Al rond 1904 kreeg de molen een hulpaandrijving in de vorm van een stoommachine, rond 1930 werd dat een elektromotor. In 1936 werden stelling, wiekenkruis en kap verwijderd en werd er op motorkracht verder gemalen. Toen in 1985 het maalbedrijf uit de molen vertrok werd de molen door de Stichting de Utrechtse Molens overgenomen. Na brand werd de molen in oude glorie hersteld, op windkracht maalvaardig gemaakt en in 1987 weer in bedrijf genomen. In 2006 is de stelling met een plank verbreed en zijn twee maalkoppels aangepast, waardoor er beter kan worden gemalen.

Specificaties

[bewerken | brontekst bewerken]

De molen heeft drie maalkoppels. Twee koppels hebben 16der (140 cm doorsnee) flintsteen kunststenen en één koppel heeft 15der (130 cm doorsnee) blauwe stenen. Eén koppel kunststenen heeft een houten steenbus, de anderen een ijzeren. De kap is gedekt met gepotdekselde, geteerde delen.

Overbrengingen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • De overbrengingsverhouding is 1 : 6,764 en 1 : 6,281.
  • Het bovenwiel heeft 67 kammen en het bovenrondsel heeft 32 staven. De koningsspil draait hierdoor 2,09 keer sneller dan de bovenas. De steek, de afstand tussen de staven, is 10,93 cm.
  • Het spoorwiel heeft 84 kammen en de steenrondsels 26, 26 en 28 staven. De steenrondsels draaien hierdoor 3,23 en 3 keer sneller dan de koningsspil en 6,764 en 6,281 keer sneller dan de bovenas. De steek is 9,5 cm.

De roeden van de fabrikant Buurma zijn 23,7 meter lang en zijn voorzien van het Oudhollands wieksysteem met zeilen. De binnenroede heeft nummer 174 en de buitenroede 175. De roeden hebben gaten voor het aanbrengen van fokken, die echter nooit zijn aangebracht. Ook de voor de fokwiek aangepaste zeeg is hierdoor nu eigenlijk te vlak, waardoor de molen bij windvlagen en buien onregelmatig draait (hollerig is).

De wieken worden op de wind gezet met een kruirad. De gepotdekselde kap draait op een rollenkruiwerk met 49 ijzeren rollen in houten rollenwagens. Tot 2006 waren er iepenhouten rollen, die echter vaak braken, veroorzaakt door de koppen van de glasfiberstaven, waarmee de kruivloer aan de stenen molenromp is verankerd. De molen kruit zeer licht. Voor de versterking en verstijving van de overring zit er een slagstuk onder het windpeluwgedeelte dat verder doorloopt onder een deel van de roosterhouten.

Het halslager van de bovenas, gegoten in 1984 door de Nijmeegse IJzergieterij, met nummer 7, heeft een bronzen schaal en rust op een houten blok.

De molen wordt gevangen (geremd) met een Vlaamse vang bestaande uit vijf stukken, die bediend wordt met een wipstok. Om het bovenwiel zit een ijzeren hoep waar de vangblokken tijdens het vangen op remmen. De met stenen verzwaarde vangbalk is in de ezel bevestigd met een schuif en oefent op het sabelijzer een vangkracht uit van ongeveer 540 kg.

Het maalgoed kan opgeluid (opgehesen) worden met een sleepluiwerk en het meel kan afgeschoten (laten zakken) worden met een afschietwerk.

  • 1869 - 1985 : familie Van Eck
  • 1985 - 2005 : Stichting de Utrechtse Molens
  • 2005 - heden: Utrechts Landschap
Zie de categorie Molen Oog in 't Zeil (Cothen) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.