[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Jan (voornaam)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De voornaam Jan is een veel voorkomende mannelijke naam in Nederland, Duitsland, Vlaanderen, Tsjechië, Polen, en Scandinavië. De naam komt van Johannes, een naam die in het Nieuwe Testament van de Bijbel vaak voorkomt.[1] De naam Johannes is op zijn beurt de Griekse vorm van het Hebreeuwse Jochanan, wat "God is barmhartig" betekent.

Andere Nederlandse vormen zijn: Johan, Hans, Han, Jannes.

Vrouwelijke vormen zijn Janneke, Jannie, Jans, Jansje, Jantje, Jannetje, Janna. Eveneens van Johannes afgeleid zijn Johanna, Hanna, Jo en Joke.

In het buitenland worden varianten van deze naam gebruikt:

  • Frans Jean en Jehan, vrouwelijk Jeanet, Jeanne, Jehanne en Jeanette
  • Engels John, Owen of Ian, vrouwelijk Jean, Johan en ook wel Jan
  • Duits Johann, Hans, Hannes
  • Spaans Juan ([χwaː(n)])
  • Italiaans Giovanni of Gian
  • Gaelisch Seán, Eoin
  • Portugees João
  • Slavische talen Ivan
  • Grieks Yannis of Yanis

Als het om een kind gaat, of de persoon in kwestie (erg) klein is, dan wordt er vaak -tje achter de naam gebruikt, dus "Jantje". "Jantje" kan ook een meisjesnaam zijn. Het komt bij meer namen voor dat de verkleinvorm als meisjesnaam wordt gebruikt.

In de Verenigde Staten is Jan een meisjesnaam (afkorting van Janice of Janet).

Deze typische Nederlandse voornaam is waarschijnlijk ook de helft van de oorsprong van het Amerikaanse woord Yankee. Ooit was New York een Nederlandse kolonie en na het "ruilen" van de stad met de Britten voor het behoud van de andere Amerikaanse kolonies waaronder Suriname, Guyana, Noord-Brazilië en de Antillen bleven er veel Nederlanders achter. De voornamen Jan en Kees waren zo typisch dat de nieuwe eigenaars, de Britten, de oorspronkelijk bewoners "Jan-Kees" noemden, een naam die in latere tijd is verbasterd tot Yankee. Na de Amerikaanse Burgeroorlog kreeg de naam een bredere betekenis als naam voor alle mensen in de noordelijke staten. Dankzij de Engelsen werd het tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in het buitenland een naam voor alle Amerikanen.

Spreekwoordelijke Jannen

[bewerken | brontekst bewerken]

Jan wordt/werd door veel Nederlanders als een typische voornaam voor een Nederlandse man gezien. (In België denkt men daar anders over: daar heten Nederlandse mannen bij voorkeur Kees.) Er komen daarom diverse spreekwoordelijke Jannen in het Nederlands voor, elk met hun typerende achternaam:

  • Jan en alleman - Iedereen
  • Jantje Beton - Een kind dat opgroeit in een drukke stad, zonder speelmogelijkheden. (Ook een benaming voor de gelijknamige stichting)
  • Jan Boezeroen - De Arbeider. Arbeiders waren toen de uitdrukking ontstond, herkenbaar aan hun boezeroen (een korte kiel met lange mouwen zonder kraag).
  • Jan Contant - Iemand die altijd contant betaalt. Meestal gebruikt in de uitdrukking: Het is hier Jantje Contantje (hier moet je contant betalen.)
  • Jan de Lichte - boef, bendeleider; naar een roman van Louis Paul Boon.
  • Jan doedel; Jan joker; Jan jurk; Jan lul, Jan gat, Jan hen - Sukkel.
    • Jan lul wordt ook wel eufemistisch Jan met de korte achternaam genoemd.
  • Janhagel - gepeupel, ruw volk, zeelieden.
  • Janklaassen - houterig, inhoudsloos persoon.
  • Jan kordaat - Volgens E.J. Potgieter: een dappere kerel. De tegenpool van jan salie.
  • Jantje-van-leiden - In de uitdrukking: zich met een jantje-van-leiden ervan afmaken (er met de pet naar gooien c.q. smoesjes verkopen). Naar Jan Beukelszoon van Leiden (1509-1536), die als een bedrieger werd beschouwd.
  • Jan-met-de-pet - De gewone man. In Engeland: The man in the street ("de man in de straat"); The man on the Clapham omnibus ("de man in de bus naar Clapham").
  • Jantje lacht, jantje huilt - waarmee vaak een wispelturig kind wordt aangeduid.
  • Jan lul - Bargoens voor iemand die voor gek staat, of in de context hij doet iets voor jan lul: handelingen verrichten die hun doel niet bereiken.
  • Jan-met-de-korte-achternaam - Eufemisme voor jan lul, zie aldaar.
  • Jan Modaal - Iemand met een modaal inkomen. In Duitsland: Otto Normalverbraucher. In de Verenigde Staten: Joe Sixpack.
  • Ome Jan: De bank van lening of lommerd.
  • Jan Rap en zijn maat - Achterbuurtvolk of asocialen. Mogelijk afkomstig van rapaille. Bredero voerde al een Jan Rap op in Klucht van een huysman en een barbier. P.A. De Genestet gebruikte de term voor iemand die volgens hem al te snel/rap nieuwe wetenschappelijke inzichten omarmt ten koste van religieuze opvattingen. Het laatste couplet van zijn gedicht "Jan Rap" in de bundel Leekedichtjens, Rijmen en Dichten, zoo oude als nieuwe uit 1860 begint met de woorden: Jan Rap is zeer vrijzinnig, zeer! / Lichtzinnig, wel te weten: / Zoo zijn er - ja! zoo zijn er meer, / Die liberaal zich heeten!. Yvonne Keuls hield de uitdrukking levend door de uitdrukking in 1977 als titel voor een boek te gebruiken. Met betrekking tot de omstreden Nederlandse politicus Hans Janmaat werd in de jaren 1980 ook wel de uitdrukking Janmaat en zijn rap gebruikt.
  • Jan salie - Lamlendig persoon. Van W.D. Hooft verscheen in 1622 De klucht van Jan Saly. E.J. Potgieter maakte de uitdrukking in 1841 opnieuw populair door zijn boek Jan, Jannetje en hun jongste kind. De lamlendigheid van een volgende generatie wordt sindsdien vaak aangeduid als jansaliegeest; inmiddels zijn verwijten als patatgeneratie echter populairder. Mogelijke herkomst: saliemelk was melk waarin saliebladeren waren geweekt. Het werd gedronken door kinderen; "echte" mannen dronken bier.
  • Jantje van Sluis, het beeldje van een klokkeman uit Sluis
  • Jan Splinter - Iemand die tot de echte minima behoort. Vanaf 1561 komen er in Nederlandse geschriften al uiteenlopende Jan Splinters voor. De uitdrukking zo komt Jan Splinter door de winter betekende oorspronkelijk: zo los je een probleem op. In december 1982 gebruikte het Tweede Kamerlid Marcel van Dam de woorden in een Kamerdebat met minister-president Ruud Lubbers. De cynische draai die Van Dam aan het spreekwoord gaf bleef hangen. De betekenis veranderde in: de laagstbetaalden trekken altijd aan het kortste eind.
  • Jan-stavast, de tegenpool van jan salie
  • Jan Steen - Een huishouden van Jan Steen wil zeggen dat het een puinhoop is. De schilder Jan Steen stond namelijk bekend om zijn schilderijen van chaotische huishoudens.
  • Jantje secuur - iemand die alles even nauwgezet, precies of pietluttig doet.
  • Hij is boven Jan - Hij heeft de problemen opgelost.
  • jongens van Jan de Witt - aanduiding voor flinke mensen; mensen op wie je kunt bouwen en die de handen uit de mouwen steken.[2]

Bekende Jannen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Jan de Blinde (1296-1346), koning van Bohemen en graaf van Luxemburg (1310-1346)
  • Jan van Bourgondië (1404/1410-1479), bisschop van Kamerijk, 1439-1479
  • Juan van Oostenrijk (1547-1578), Spaans legerleider en landvoogd van de Nederlanden, 1576-1578
  • Jan zonder Vrees (1371-1419), hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen en Artesië, 1404-1419
Hertogen van Brabant en Limburg
Engeland
Frankrijk
  • Jan I (1316), kroonprins
  • Jan II (1319-1364), koning van Frankrijk, 1350-1364
Graven van Henegouwen, Holland en Zeeland
  • Jan van Avesnes (1218-1257), graaf van Henegouwen, 1250-1257
  • Jan I van Holland (1284-1299), graaf van Holland, 1296-1299
  • Jan II van Avesnes (ca. 1248-1304), (als Jan I) graaf van Henegouwen, 1280-1304, (als Jan II) graaf van Holland en Zeeland, 1299-1304
Prins-bisschoppen van Luik
(mark)graven van Namen
Graven van Nassau

Zie voor de overige graven van Nassau met de voornaam Jan: Jan van Nassau

Heersers van Spanje
Bisschoppen van Utrecht
(Leen)heren Van Arkel

Overige personen

[bewerken | brontekst bewerken]

Fictieve personen

[bewerken | brontekst bewerken]
Pagina's die met Jan beginnen 
Pagina's die met Jean beginnen 
Pagina's die met John beginnen 
Pagina's die met Ian beginnen 
Pagina's die met Johann beginnen 
Pagina's die met Juan beginnen 
Pagina's die met Giovanni beginnen 
Pagina's die met Gian beginnen