Koninklijk paleis van Oslo
Het koninklijk Paleis (Noors: Slottet) in Oslo werd gebouwd in de eerste helft van de 19e eeuw als Noorse woonplaats van Zweeds-Noorse koning Karel III Johan (Karel XIV Johan van Zweden) en wordt momenteel gebruikt als officiële woonplaats van de huidige Noorse koning.
De Zweeds-Noorse koninklijke familie heeft het paleis nooit veel gebruikt, omdat zij niet veel tijd in Oslo (toen Christiania) doorbrachten, en daarbij was er een kleiner huis in het oude centrum van de stad dat als koninklijke verblijf de voorkeur kreeg.
Tijdens regeerperiode van koning Oscar II genoot koningin Sophia van lange verblijven in Christiania en gebruikte hiervoor regelmatig het koninklijk paleis.
Nadat Noorwegen de personele unie met Zweden had verbroken, en een eigen koning Haakon VII had uitverkoren, werd het paleis voor het eerst de permanente verblijfplaats voor de Noorse monarch.
Het paleis is ontworpen door de in Denemarken geboren architect Hans Ditlev Franciscus Linstow (1787-1851). De bouw van het paleis werd geïnitieerd in 1821 door het Noorse parlement en de eerste steen werd gelegd in 1825 door de toenmalige koning. De bouw van het paleis was voltooid in 1849.
Tijdens de regeerperiode van koning Olaf V, vanaf 1957 tot 1991, werd het koninklijke paleis niet vernieuwd. Toen de huidige koning Harald V een groot vernieuwingsproject begon kreeg hij veel kritiek vanwege de hoeveelheid geld die nodig was voor de vernieuwing. In 2002 werd het paleis opengesteld voor het publiek en konden zij ook de vernieuwingen en restauraties bewonderen.