[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint
Eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint
Eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint
Syntaxonomische indeling
Klasse:Querco-Fagetea
(klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond)
Orde:Fagetalia sylvaticae
(orde van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond)
Verbond:Carpinion betuli
(haagbeuken-verbond)
Associatie
Endymio-Carpinetum
Noirf. & Sougn. 1963

Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint (Endymio-Carpinetum) is een associatie uit het haagbeuken-verbond (Carpinion betuli). De associatie omvat bosplantengemeenschap die voorkomen op voedselrijke, lemige bodems, en gekenmerkt wordt door een gevarieerde boom- en struiklaag en een zeer diverse voorjaarsflora met wilde hyacint als beeldbepalende soort.

Deze associatie is in Nederland onbekend en in Vlaanderen zeldzaam. Desondanks herbergt Vlaanderen een groot deel van de oppervlakte van dit bostype in Europa.

Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint wordt op de Biologische Waarderingskaart van Vlaanderen als 'Biologisch zeer waardevol' beschouwd.

Naamgeving en codering

[bewerken | brontekst bewerken]
Synoniemen
Endymio non-scriptae-Fagetum sylvaticae
  • Nederlands: Eiken-haagbeukenbos met grootbloemige muur, Atlantisch neutrofiel eiken-haagbeukenbos
  • Frans: Hêtraies et chênaies-hêtraies atlantiques avec Hyacinthoides non-scripta
  • Engels: Atlantic beech and beech-oak forests with Hyacinthoides non-scripta
  • Corine-code: 41.132 Hêtraies à Jacinthe des bois
  • Natura2000-habitattypecode (EU-code): H9130
  • BWK-karteringscode: qe

De wetenschappelijke naam Endymio-Carpinetum is afgeleid van de botanische namen van twee belangrijke soorten binnen deze klasse: wilde hyacint (Hyacinthoides non-scripta, syn. Endymion non-scriptus) en haagbeuk (Carpinus betulus).

Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint wordt hier beschreven als deel van het haagbeuken-verbond (Carpinion betuli); anderzijds wordt het tegenwoordig ook samen met het eiken-beukenbos met wilde hyacint (Endymio-Fagetum) onder het beuken-verbond (Fagion sylvaticae) gerekend.

Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint is een hoog opgaand loofbos met een boomlaag die tot 25 m hoog kan reiken. De struiklaag is meestal goed ontwikkeld. De kruidlaag kan bijzonder soortenrijk zijn en telt vooral veel voorjaarsbloeiers, terwijl de moslaag minder opvallend aanwezig is.

Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint omvat oude, zeer structuur- en soortenrijke bossen, kenmerkend voor rijke leembodems, pH-neutraal, met een goed verteerde en sterk gemineraliseerde humuslaag.

Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint vormt het eindstadium in de natuurlijke successie, de climaxvegetatie, ontstaan uit een opeenvolging van struweelgemeenschappen en andere bosgemeenschappen door de geleidelijke toename van de voedselrijkdom (humus) in de bodem.

Het verspreidingsgebied van het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint omvat het Atlantisch gebied in West-Europa, vooral Noord-Frankrijk, België en Zuid-Engeland.

Vlaanderen herbergt een belangrijk deel van deze oppervlakte en is daarom zeer belangrijk voor dit bostype. Het komt bijna uitsluitend voor in de Leemstreek, vooral ten westen van Brussel: de Vlaamse Ardennen, het West-Vlaams Heuvelland en het Pajottenland. Verder zijn er nog voorbeelden in de streek ten zuiden van Brussel (het Hallerbos en het Zoniënwoud), tussen Brussel en Leuven en zeer plaatselijk in de Zandleemstreek.

In Nederland komt dit bostype niet voor.

Diagnostische taxa

[bewerken | brontekst bewerken]
Haagbeuk
Gewone vlierbes
Wilde hyacint
Bosanemoon
Gele dovenetel
Kleine maagdenpalm
Grootbloemige muur
Daslook
Grote keverorchis

Het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint heeft een zeer gevarieerde boomlaag zonder echte dominante soorten. Het meest algemeen zijn de haagbeuk, de zomereik en de beuk. Soms is canadapopulier aangeplant en is dan meestal de enige aanwezige boomsoort. Ook de struiklaag is zeer divers, met onder andere gewone vlier, Gelderse roos, hazelaar, eenstijlige meidoorn en Spaanse aak.

De kruidlaag telt een twintigtal indicatieve soorten, waarbij de naamgevende wilde hyacint dikwijls dominant aanwezig is en het beeld bepaald. Ook de bosanemoon, de gele dovenetel, de kleine maagdenpalm en het gewoon speenkruid kunnen massaal voorkomen. Andere soorten zoals de witte rapunzel, spekwortel en heelkruid zijn daarentegen zeer zeldzaam in Vlaanderen.

In de moslaag zijn geen indicatieve soorten beschreven.

Boomlaag
Kentaxon Triviale naam Botanische naam
haagbeuk Carpinus betulus
zomereik Quercus robur
beuk Fagus sylvatica
gewone esdoorn Acer pseudoplatanus
gewone es Fraxinus excelsior
tamme kastanje Castanea sativa
Amerikaanse eik Quercus rubra
zoete kers Prunus avium
gladde iep Ulmus minor
canadapopulier Populus ×canadensis
Struiklaag
Kentaxon Triviale naam Botanische naam
gewone vlier Sambucus nigra
Gelderse roos Viburnum opulus
hazelaar Corylus avellana
eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna
Spaanse aak Acer campestre
Kruidlaag
Kentaxon Triviale naam Botanische naam
x wilde hyacint Hyacinthoides non-scripta
x bosanemoon Anemone nemorosa
x gele dovenetel Lamium galeobdolon
x kleine maagdenpalm Vinca minor
x grootbloemige muur Stellaria holostea
x daslook Allium ursinum
x gewoon speenkruid Ficaria verna
x bosbingelkruid Mercurialis perennis
x gewone salomonszegel Polygonatum multiflorum
x donkersporig bosviooltje Viola reichenbachiana
x bleeksporig bosviooltje Viola riviniana
x muskuskruid Adoxa moschatellina
x wilde kamperfoelie Lonicera periclymenum
x gevlekte aronskelk Arum maculatum
x slanke sleutelbloem Primula elatior
x drienerfmuur Moehringia trinervia
x ruwe smele Deschampsia cespitosa
x boszegge Carex sylvatica
x eenbes Paris quadrifolia
x gevlekt longkruid Pulmonaria officinalis
x grote keverorchis Neottia ovata
x heelkruid Sanicula europaea
x witte rapunzel Phyteuma spicatum
x spekwortel Tamus communis
wijfjesvaren Athyrium filix-femina
schedegeelster Gagea spathacea
wilde narcis Narcissus pseudonarcissus

Bedreiging en bescherming

[bewerken | brontekst bewerken]

De meeste eiken-haagbeukenbossen met wilde hyacint bevinden zich op voedselrijkere gronden, zijn daardoor weinig gevoelig voor voedselaanrijking, verdroging en verzuring en gedijen het best met een beheer van 'niets doen'.

Ze worden in Vlaanderen beschermd door de Habitatrichtlijn.

Biologische Waarderingskaart

[bewerken | brontekst bewerken]

In de Biologische Waarderingskaart (BWK) van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat deze associatie bekend onder dezelfde naam, het eiken-haagbeukenbos met wilde hyacint (qe).

Dit vegetatietype staat gewaardeerd als 'Biologisch zeer waardevol'.