Gebruiker:Lisettejanssen123/Kladblok
Paardenrassen
[bewerken | brontekst bewerken]De Arabier: De Arabier is een van de meest bekende paardenrassen in de wereld. Ze zijn levendig, vriendelijk en erg intelligent. De Arabier stampt af van paarden die werden gebruikt door Bedoeïnen, die denken dat hun paarden een heilig geschenk van god zijn. Deze paarden zijn gespierd met kleine hoeven.
-
Arabier
Het Fjordenpaard: Weinig rassen zijn zo herkenbaar en geliefd als het onverschrokken Fjordenpaard. Met de combinatie van spieren van een trekpaard en de lichtvoetigheid van een kleine rassen, en met een silhouet dat doet denken aan prehistorische rotsschilderingen, is de fjord een waar icoon in de paardenwereld! De fjord is een van de oudste paardenrassen ter wereld. Vondsten op Vikingbegraafplaatsen wijzen erop dat de fjord en zijn naaste familieleden al meer dan 2.000 jaar gedomesticeerd en selectief worden gefokt. Vandaag de dag hebben fjorden het verdunningsgen op een van de drie basiskleuren bay, zwart en vos. Een kleiner aantal toont ook de invloed van een crème-gen, met de zeldzaamste variatie van allemaal, de 'kvit' (Noors voor wit) met een dubbele crèmeverdunning. Het meest opvallend zijn hun kenmerkende, primitieve tekeningen - een donkere aalstreep in de manen en staart, evenals strepen op de benen en schoft. Een fjord is een echte alleskunner. Stevig genoeg voor veldweg en bosbouw, maar ook een uitstekende keuze voor recreatief rijden en wedstrijden. Met zijn milde temperament is de fjord ook een populaire keuze voor maneges en therapeutisch rijden.
De IJslander: IJsland is een eiland van tijdloze schoonheid, meedogenloze elementen en de thuishaven van een van 's werelds stoerste paardenrassen. De Vikingen namen de paarden mee en die bleken van onschatbare waarde om te overleven waardoor ze een icoon voor de IJslandse cultuur zijn geworden. Door het meedogenloze klimaat konden alleen de sterkste overleven en al in 982 werd er een wet aangenomen wat de invoer van paarden verbood. Paarden die IJsland verlieten, mochten ook niet terugkeren. Hierdoor ontstond er een puur ras dat voor meer dan 1.000 jaar niet van buitenaf is beïnvloed. Dankzij langdurige isolatie, meedogenloze natuur en fokprogramma's werd de IJslander een opvallend sterk, gezond en slim ras dat door eeuwenlang leven zonder vijanden bijzonder kalm is. Ookal is hij zo klein als een pony, de IJslander kan makkelijk volwassenen of zware goederen dragen waardoor hij alsnog als paard word beschouwd. Verder heeft het paard twee speciale gangen. De tölt is een hele soepele gang waarmee het paard hele lange afstanden kan afleggen zonder dat het paard of ruiter moe wordt. De rentelgang (of telgang) is daarin tegen heel snel maar ook heel vermoeiend en is alleen geschikt voor korte stukken. De IJslander is een zeer kleurrijk ras met talloze markeringen en kleuren, waaronder eentje die alleen maar in een familie voorkomt. De IJslander is goed voor zijn eigenaar en zeer geschikt als werk-, plezier- of wedstrijdpaard. Hij is zowel geschikt voor beginnende als gevorderde ruiters. Met een IJslander heb je een echte, trouwe vriend voor het leven die sneeuwstormen doorstaat om jou warm te houden en je thuis te brengen als je bent verdwaald.
De Akhal-Teke: Dit paard staat ook wel bekent als 'het gouden paard'. Met een lichaam zo slank als een jachtluipaard, een prachtig, glanzende vacht en een stamboom die meer dan 3.000 jaar teruggaat, is de akhal-teke een van de meest exotische en bewonderde paardenrassen ter wereld. De Akhal-Teke werd getemd door nomadische stammen van Turkmenistan die het paard bij plunderingen gebruikten en een paard nodig hadden dat bestand was tegen het barre klimaat van de Karakum-woestijn. In de 19e eeuw verdedigde de Turkmenen zich te paard tegen de invallen van Russische troepen. Hoewel de Turkmenen de opmars van het Russische rijk niet konden tegenhouden, was de Russische generaal zo van het prachtige paard onder de indruk, dat hij meteen het eerste stamboek maakte en het ras de naam Akhal-Teke gaf, een verwijzing naar de Akhal-oase waar de Teke-stam leefde. Tegenwoordig zijn er nog maar 6.000 Akhal-Tekes over. De meeste leven in Rusland en in hun thuisland Turkmenistan, waar de paarden deel van het nationaal erfgoed zijn. De Akhal-Teke heeft een slank, atletisch maar niet te gespierd lichaam. Nog opvallender is de prachtige vacht van dit ras die samen met de crème-gen voor een bijna buitenaardse glans zorgt. Het haar is zo fijn dat de meeste Akhal-Tekes korte manen en helemaal geen voorpluken hebben. De Akhal-Teke heeft een geweldig uithoudingsvermogen en is daardoor een sportieve alleskunner die goed is in dressuur, racen en zelf showspringen.
De Gotlandpony: Je hoeft niet groot te zijn om groots te kunnen zijn. Dat geldt zeker in de paardenwereld, want er zijn maar weinig viervoeters zo geliefd als de in Zweden zo geliefde Gotlandpony. Dit ras word als sinds de prehistorie op het Zweedse eiland Gotland gefokt, en is dan ook een afstammeling van de wilde paarden die ooit door heel Europa leefden. Eeuwenlang kon deze 'Skogruss', Zweeds voor 'bospaardje' vrij over het eiland zwerven, tot op de dag van vandaag zwerft er een beschermde wilde kudde van deze goedige pony's door het zuiden van het eiland. De Gotlander, zoals hij vaak word genoemd, is een sober, trouw ras dat veel gebruikt werd als werkpaard. Deze wat gedrongen viervoeter heeft altijd honger en doet zowat alles om dat kleine plukje gras te bereiken. De Gotlander is eigenwijs en ondeugend en als ruiter moet je hem altijd een stap voor zijn om problemen te voorkomen. Toch is het een heel meegaand ras dus heel geschikt voor beginners. In Zweden weten ze het allang maar de Gotlander word nu in de rest van de wereld steeds populairder als trainingspaard. Hij is lichtvoetig en kan uitstekend draven en springen.
De American Quarter Horse: Deze trouwe metgezel liep voorop bij de verovering van het Wilde Westen en vormt daarmee mede het symbool voor de rijke cultuur en geschiedenis van de ongetemde geschiedenis van Noord-Amerika. De Quarter Horse is een kruising van de door de kolonisten meegebrachte Engelse volbloeds met de merries van de Chickasaw, een inheemse Indianenstam. Beide paarden stammen op hun beurt weer af van de Spaanse berber, het ros van de Spaanse ontdekkingsreizigers. De Quarter Horse werd zeer populair in de 19e eeuw toen ze vanwege hun snelheid en vaardigheden bij het drijven van vee veel gebruikt werden in Texas. Er was zelfs een beroemde Quarter Horse genaamd genaamd Steel Dust die onverslaanbaar was op races van 400 meter. Zijn nakomelingen waren zeer gewild onder cowboys wegens hun snelheid en wendbaarheid. Paarden met deze eigenschappen werden vaak 'Steeldusts' genoemd. Ondertussen weerstond de Quarter Horse de onbarmhartigheid van het Wilde Westen en zorgde er mede voor dat cowboys er boeren daar een huis konden vinden. De Quarter Horse oogt nogal fors vanwege de dikke spierbundels. Ondanks hun forse, krachtige uiterlijk zijn het uitstekende sprinters en staan ze stevig met hun benen op de grond. Tegenwoordig is de Quarter Horse niet weg te denken uit de Noord-Amerikaanse cultuur en vind je ze onder andere in rodeo's, Western Pleasure-evenementen en paardenraces.
De Welsh pony: Wales is al duizenden jaren het thuisland van de geliefde Welsh pony. Het land en zijn inwoners hebben dit ras gevormd en er een stoere, sterke pony van gemaakt die zich thuis voelt in zware omstandigheden. Sommige wisten te overleven in de wilde kuddes die talloze generaties teruggaan. Andere hielpen boeren maar er waren ook pony's die zich in lux baadden. In de middeleeuwen werd het ras gebruikt als sterke, snelle pony die net zo goed kon ploegen als kon vechten en in verschillende groottes voorkwam. Het was pas na 1900 dat er in de stamboeken officieel verschil werd gemaakt van hoogte en bouw. De Welsh pony (type B) is een rij pony en behoord tot de lichtste types van de Welsh pony. Ondanks zijn wat fijnere trekken heeft hij zijn achtergrond als bergpony niet verloren en galoppeerd hij nog steeds graag over elk terrein.