[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Gomphodontia

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gomphodontia
Status: Uitgestorven
Fossiel voorkomen: Vroeg- tot Laat-Trias
Schedel van Diademodon mastacus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia
Stam:Chordata
Klasse:Synapsida
Orde:Therapsida
Onderorde:Cynodontia
Infraorde:Eucynodontia
Clade
Gomphodontia
Seeley, 1895
Gomphodontia op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De Gomphodontia[1] zijn een clade van uitgestorven cynognathide cynodonten die de families Diademodontidae, Trirachodontidae en Traversodontidae omvat.

Gomphodontia werd als een orde benoemd door paleontoloog Harry Govier Seeley in 1895. De naam is afgeleid van het Grieks γόμφος, gomphos, 'bout', en odoon, 'tand', een verwijzing naar de overdwars brede bouw van de molariforme tanden.

In 2001 werden de Gomphodontia door Christian Alfred Sidor gedefinieerd als een stam-gebaseerde clade die alle cynodonten omvat die nauwer verwant zijn aan Exaeretodon dan aan Cynognathus.

Veel Gomphodontia waren relatief klein.

Gomphodontiërs onderscheiden zich door overdwars brede en dicht bij elkaar staande op kiezen lijkende postcanine tanden, die convergeren met die van zoogdieren. Andere onderscheidende kenmerken van gomphodontiërs zijn onder meer hoge jukbeenderen, bovenste postcanine tanden met drie of meer knobbels in de breedte overdwars en lagere postcanine tanden met twee knobbels in de breedte overdwars. De occlusie is vrij precies, wat kauwen mogelijk maakt. De onderkaak was daarbij in staat ook van voren naar achteren te bewegen in plaats van alleen maar op en neer. De smallere onderste molariformen maken diepe slijtfacetten in de bovenste. De molariformen hadden kammen overdwars en een kam aan de buccale zijde, dus aan de buitenkant. Dit zijn aanpassingen aan het eten van planten; de meeste cynodonten waren roofdieren.

In het verhemelte is het ectopterygoïde opvallend klein. De achterpoten staan vrij recht maar de voorpoten werden nog gespreid gehouden.

Gomphodontiërs verschenen voor het eerst in het Vroeg-Trias en stierven uit aan het einde van het Laat-Trias. Fossielen zijn bekend uit zuidelijk Afrika, Argentinië en zuidelijk Brazilië (Paleorrota geopark), oostelijk Noord-Amerika, Europa, China en Antarctica.

Seeley beschouwde ze als een orde van breedgetande therapsiden (toen anomodonten genoemd) uit Zuid-Afrika, verschillend van Cynodontia. Tot het einde van de jaren dertig van de twintigste eeuw werden de Gomphodontia beschouwd als een onderorde van de Cynodontia en omvatte de families Diademodontidae, Trirachodontidae, Traversodontidae en Tritylodontidae. Deze vier families zijn ook gegroepeerd in de superfamilie Traversodontoidea, benoemd door paleontoloog Edward Drinker Cope in 1884. Tritylodontoidea heeft af en toe Gomphodontia vervangen in verschillende cynodonte taxonomieën.

De definitie als clade in 2001 plaatste ze binnen de grotere clade Cynognathia, een van de twee hoofdgroepen van eucynodonten (de andere is Probainognathia). Sindsdien hebben de meeste studies de Tritylodontidae uit de Gomphodontia verwijderd en opnieuw geclassificeerd binnen de Probainognathia als een groep die nauwer verwant is aan zoogdieren dan de convergent gelijkvormige gomphodontiërs. Tritylodontoidea is in onbruik geraakt, terwijl Gomphodontia nog steeds in veel onderzoeken wordt gebruikt.

Hieronder is een cladogram van Ruta, Botha-Brink, Mitchell en Benton (2013) die een hypothese van gomphodontische verwantschappen laat zien:

Cynognathia 

Cynognathus


 Gomphodontia 

Diademodon



 Trirachodontidae 


Beishanodon



Sinognathus





Trirachodon




Cricodon



Langbergia





 Traversodontidae 


Andescynodon



Pascualgnathus





Scalenodon




Luangwa




Traversodon





"Scalenodon" attridgei




Mandagomphodon




Nanogomphodon




Arctotraversodon



Boreogomphodon







 Massetognathinae 

Massetognathus




Dadadon



Santacruzodon




 Gomphodontosuchinae 

Menadon




Gomphodontosuchus




Protuberum




Exaeretodon



Scalenodontoides