[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Beersterhoogen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Beersterhoogen
Dorp in Nederland Vlag van Nederland
Beersterhoogen (Groningen)
Beersterhoogen
Situering
Provincie Vlag Groningen (provincie) Groningen
Gemeente Vlag Oldambt Oldambt
Coördinaten 53° 11′ NB, 7° 8′ OL
Portaal  Portaalicoon   Nederland

Beersterhoogen, Beersterhogen of Beertsterho(o)gen (soms ook Beer(t)sterho(o)ven) is een streekdorp in de gemeente Oldambt in de provincie Groningen. Het ligt tussen Beerta en Nieuw-Beerta. De streek bestaat uit een aantal kapitale boerderijen, vroeger tevens met enkele middenstandswoningen, waaronder een smederij. De naam verwijst kennelijk naar de hogere ligging van de streek ten opzichte van Beerta. De boerderijen stonden eerder verder noordelijk aan de Oudeweg, bij de Tjamme, waar aanvankelijk nog een hoger veenpakket aanwezig was. Misschien gaat de naam terug op de verdronken nederzetting Houwingahof.

De naam komt in de oudste bronnen niet voor. In 1609 is sprake van een akker uff der Hogen, in 1612 landerijen op Beersterhoven, in 1619 van een venne landes gelegen up der Hogen. In 1647 wordt inwoonster van Beerster-hogen genoemd; vanaf 1675 worden kerkleden die woonden op de Hoog of op de Hoogen vermeld en in 1726 iemand op de Hoven. In 1700 is sprake van een boerderij op de Beerster Hoogen; in 1761 op de Beersterhooven, mogelijk een hypercorrecte Nederlandse vorm.[1] In 1789 wordt gesproken over landerijen ten noorden van het Hovender Tjam onder Finsterwolde.[2]

De oudere naam is vermoedelijk Gaarlanden, zo betiteld omdat de boerderijen in een vanuit Ulsda taps toelopende punt tussen de dorpen Beerta en Nieuw-Beerta lagen. Het Bellingwolder- of Buiskooldiep van 1657 vormt de oostgrens. De landerijen van Beersterhoogen vielen onder het in 1662 gestichte kerspel Beersterhamrik of Nieuw-Beerta, maar de inwoners bleven kerkelijk bij Beerta horen; na een akkoord in 1762 betaalden ze wel mee aan het kerkonderhoud te Nieuw-Beerta.[3]

Aan de Oudeweg bij de Tjamme werd mogelijk al vóór 1716 een kostbare pelmolen gebouwd, die tot 1872 werd afgebroken en weer opgebouwd in Beerta. Het gehucht had ten minste in 1813 een eigen schooltje, dat nog in 1845 bestond; leerkracht was toen de bekeerde onderwijzer Nicolaas Mattheus Feringa, die op zondag godsdienstoefeningen hield.

[bewerken | brontekst bewerken]