Ateuchosaurus
Ateuchosaurus | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ateuchosaurus chinensis | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Ateuchosaurus Gray, 1845 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Ateuchosaurus op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Ateuchosaurus is een geslacht van hagedissen uit de familie skinken (Scincidae).
Naam en indeling
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door John Edward Gray in 1845. De verschillende soorten werden eerder tot de geslachten Lygosaurus, Mabuia, en Lygosoma gerekend.[1]
Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De soorten hebben een vrij dik lichaam en een opvallend stompe snuit. De schubben zijn glad, de lichaamslengte exclusief staart is ongeveer acht centimeter. De staart is iets langer dan het lichaam. De poten zijn klein maar goed ontwikkeld en hebben vijf vingers en tenen.
Verspreiding en habitat
[bewerken | brontekst bewerken]De soorten komen voor in delen van Azië en leven in de landen China, Japan en Vietnam.[1]
De habitat bestaat uit begroeide gebieden. De skinken leven op de bodem in de strooisellaag. De vrouwtjes zetten eieren af op de bodem.
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Naam | Auteur | Verspreidingsgebied |
---|---|---|
Ateuchosaurus chinensis | Gray, 1845 | China, Vietnam |
Ateuchosaurus pellopleurus | Hallowell, 1861 | Japan |
Bronvermelding
[bewerken | brontekst bewerken]- Referenties
- ↑ a b Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database - Ateuchosaurus. Gearchiveerd op 9 januari 2022.
- Bronnen
- (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Ateuchosaurus - Website Geconsulteerd 9 september 2018
- (en) – Gray, 1845 : Catalogue of the specimens of lizards in the collection of the British Museum. Trustees of the British Museum/Edward Newman, London, p. 1-289.