Cultuur in Iran
De cultuur van Iran is een bijzonder rijke cultuur waarin oude en moderne elementen gecombineerd worden. In Iran zelf wordt wel gezegd dat het land drie invloeden moet zien te combineren. Die drie zijn de klassieke cultuur van de Achaemenidische Parthische en Sassanidische Perzische Rijken uit de oudheid, de islam en de islamitische cultuur die de Arabieren brachten en als derde de moderne, westerse cultuur.
Bouwkunst
[bewerken | brontekst bewerken]Persepolis en de stad Pasargadae vormen de belangrijkste archeologische vindplaatsen in Perzië.
Isfahan was in de zeventiende eeuw de hoofdstad van Perzië en onder sjah Abbas I de Grote werden er diverse gebouwen aan het plein Plein van de Emam gebouwd, zoals het Ali Qapupaleis en de moskee van de sjah.
Literatuur en poëzie
[bewerken | brontekst bewerken]De poëzie heeft altijd een zeer hoog niveau gehad. De Sjahnama of het Boek der Koningen van Ferdowsi is het nationale epos van Perzië en telt 60.000 dichtregels. Het is het belangrijkste werk van de Perzische mythologie. Naast Ferdausi zijn Hafiz, Nezami en Roemi andere bekende dichters. In Nederland geniet ook Omar Khayyam (1048-1123) bekendheid, maar historisch en literair gezien zijn Firdowsi's epische 'Boek der koningen' en Nizami's gedichten van hoofse liefde en mystieke wijsheid, zoals met name 'Layli' en'Madjnoen', net zo belangrijk. Op middelbare scholen in Iran worden de verzen van Hafez (1325-1390) uit het hoofd geleerd.
In de twintigste eeuw geldt Būf-e Kūr (vert. 'De Blinde Uil'), dat in 1936 geschreven is door Sadegh Hedayat (-1951), als belangrijk literair werk. Het in Bombay in eigen beheer uitgebrachte verhaal laat minder affiniteit zien met de klassieke Perzische literatuur en meer met het Franse surrealisme: geen mystieke liefde, maar een wereld van duistere seksualiteit, dood en verrotting. Als in een nachtmerrie wordt ook de bekende logica van tijd, ruimte en oorzaken opgeheven.[1] Van de auteur Ahmad Shamlu (1925-2000) - meermaals gevangengenomen - zijn de gedichten verzameld in de bloemlezing 'Opstandige dauw'. Van Iraj Pezeshkzad is de komische roman 'Lieve oom Napoleon' ()1976 bewerkt tot een populaire serie op de Iraanse tv. Mahmoud Doulatabadi (1940) wordt wel de belangrijkste nog levende Iraanse romancier genoemd. Hij heeft een omvangrijk oeuvre, waaronder zijn meesterwerk 'Zonder Soloetsj' (1978) en zijn magnum opus 'Kelidar' (1978-1983). De Iraanse censor heeft Doulatabadi's laatste roman 'De kolonel' (2007) beoordeeld als een meesterwerk, maar heeft geen toestemming afgegeven voor de publicatie ervan.
In de eenentwintigste eeuw is Marjane Satrapi een bekend schrijfster van stripboeken, waaronder het historische verhaal 'Persepolis'.
Schilderkunst
[bewerken | brontekst bewerken]De Perzische miniaturen, kleine schilderijen, zijn de belangrijkste Iraanse vorm van de schilderkunst. Reza Abbasi uit de zeventiende eeuw is de bekendste Iraanse schilder.
Muziek
[bewerken | brontekst bewerken]In de tijd nadat de Russen en de Britten Perzië waren binnengevallen, moedigde de Kadjaren-monarch Naser ed-Din Kadjar tijdens zijn heerschappij (1848-1896) betrekkingen met het Westen aan en voerde hij hervormingen door, zoals het oprichten van militaire kapellen in Europese stijl. Het leverde een generatie op van musici en musicologen die klassieke Perzische en westerse muziektradities mixten, onder wie de meest invloedrijke de legerkolonel en virtuoos sitarspeler Ali Naqi Vaziri. Hij had harmonieleer en compositie in Berlijn en Parijs gestudeerd en leerde ook de viool en piano bespelen. Terug in Iran voerde hij de boventoon in de muziekwereld: richtte muziekscholen op, schreef vele composities en publiceerde belangrijke boeken waarin hij de westerse tonale harmonieleer gebruikte om het klassieke Perzische idioom te beschrijven, te systematiseren en te verbeteren.
De artiest Vigen Derderian maakte in de jaren 1960 het ontstaan van een bloeiende popscene in Iran mogelijk. Daarna werden Perzische zangers als Googoosh, Dariush en Hayedeh supersterren in binnen- en buitenland; met hun muziek speelden zij een combinatie van westerse en Iraanse stijlen.
Na de Iraanse Revolutie werden de meeste openbare muziekoptredens verboden, behalve revolutionaire liederen op radio en televisie. In 1989 werd een fatwa uitgesproken die de verkoop mogelijk maakte van muziekinstrumenten voor ’ethische doelen’. De ruimte die toen voor optredens kwam was aan restricties gebonden, zoals op het gebied van erotiek en sensualiteit. In het huidige Iran is de regulering van optredens en de verspreiding van muziek in handen van de Ershad, het ministerie van Cultuur en Islamitische Leiding en de door de regering gecontroleerde radio- en televisie omroep Seda o Sima. Onder president Khatami kwam er een 'dialoog tussen de beschavingen’ tot stand, waarna de omroep nieuwe popmuziek (pop-e-jadid) ging uitzenden. Dit was popmuziek in westerse stijl en gezongen in het Perzisch. Ballingen in Los Angeles echter zendden via de 'Voice of America' de verbannen pop van voor de revolutie uit– waaraan die muziek de naam los angelesi pop ontleent.
De nieuwe popartiesten van pop-e-jadid kenden geen vrouwelijke zangeressen, de teksten waren braver, het dansen tammer en de camera’s toonden amper instrumenten. Vanaf het jaar 2000 nam het officiële Fajr muziekfestival in Teheran ook pop-e jadid op in het programma, het leek een opzetje van het regime om de subversieve los angelesi in te lijven.
Wie in Iran zijn muziek niet laat goedkeuren door de regering, maakt deel uit van een muzikale ’underground’: van pop tot heavy metal en van jazz tot hiphop. Zo werd in 2010 de zanger Saeid ’Natch’ Najaf van de Iraanse popgroep The Plastic Wave vervolgd voor een optreden tijdens een illegaal openluchtconcert.[2]
Onder Perzische muziek wordt ook muziek geschaard uit landen waar evenals in Iran ook Perzisch wordt gesproken, zoals Tadzjikistan en Afghanistan. Er zijn diverse soorten Perzische muziek: klassiek (of traditioneel), volksmuziek, symfonisch, underground, pianomuziek, enzovoorts. De belangrijkste instrumenten voor klassieke Perzische muziek zijn tar (langhalsluit), setar, santur, kemancheh (penvedel), ney (fluit), tombak (vaastrommel) en daf.
Dagelijks leven
[bewerken | brontekst bewerken]Bekend over de hele wereld zijn de Perzische tapijten. De windmolen en de domesticatie van de tulp komen waarschijnlijk uit het oude Perzië.
Bij het begin van de lente viert men het Iraanse nieuwjaar, Noroez.
De Iraanse keuken telt vele honderden gerechten uit alle delen van het land.
Talen
[bewerken | brontekst bewerken]Iran kent een grote verscheidenheid aan talen. De officiële landstaal van Iran is het Perzisch (Farsi / Parsi / Dari / Tadzjiki). Het Perzisch is een taal binnen de Indo-Europese taalfamilie en is de moedertaal van ongeveer de helft van de bevolking.
De andere helft kent het Perzisch niet als moedertaal maar het Perzisch wordt door de gehele bevolking gesproken. De belangrijkste andere taalfamilies zijn de vermeende Altaïsche talen, verscheidene kleinere Iraanse talen en de semitische talen.
Veel gesproken talen zijn het Azerbeidzjaans (Turkse taal met grote Perzische invloed), het Koerdisch en het Luri.
Sport
[bewerken | brontekst bewerken]Twee wereldwijd gespeelde sporten hebben hun oorsprong in Perzië: schaken (het woord is afgeleid van het Perzische sjah dat koning betekent) en polo.
Anno 2006 is voetbal verreweg de meest populaire sport in Iran. Niet alleen voetbal voor mannen is populair, maar ook vrouwenvoetbal is zeer populair bij Iraanse vrouwen. In de stadions heerst dan een strikte scheiding der seksen en zijn vrouwen niet welkom bij mannenwedstrijden en vice versa. Iran was een deelnemer aan het WK 2006.
Andere populaire sporten zijn basketbal, gewichtheffen en worstelen. Zourkhaneh is een traditionele Iraanse vorm van gymnastiek. In de winter wordt er in het Elboersgebergte geskied.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Naslag
- Selected Bibliography of Persian Music Website Iran Heritage
Noten
- ↑ Leezenberg, Michiel, 2011, "Meer dan olie en ayatollahs, Perzische fictie als wereldliteratuur", NRC Next, 21 maart 2011, pg. 22
- ↑ Dacey, Austin, Het ware geluid van Iran, Trouw, 25 september 2010. URL geraadpleegd 27 september 2010.