4 × 100 meter estafette
4 × 100 meter estafette | ||||
---|---|---|---|---|
4 × 100 m mannen WK 2007, Osaka: actie in de wisselzone
| ||||
Wereldrecords | ||||
Mannen | 36,84 | Jamaica: Nesta Carter, Michael Frater, Yohan Blake, Usain Bolt | ||
Vrouwen | 40,82 | USA: Tianna Madison, Allyson Felix, Bianca Knight, Carmelita Jeter | ||
Europese records | ||||
Mannen | 37,36 | UK: Adam Gemili, Zharhel Hughes, Richard Kilty, Nethaneel Mitchell-Blake | ||
Vrouwen | 41,37 | DDR: Silke Gladisch, Sabine Rieger, Ingrid Auerswald, Marlies Göhr | ||
Belgische records | ||||
Mannen | 38,55 | Kobe Vleminckx, Ward Merckx, Antoine Snyders, Simon Verherstraeten | ||
Vrouwen | 42,54 | Olivia Borlée, Hanna Mariën, Élodie Ouédraogo, Kim Gevaert | ||
Nederlandse records | ||||
Mannen | 37,91 | Joris van Gool, Taymir Burnet, Hensley Paulina, Churandy Martina | ||
Vrouwen | 42,04 | Jamile Samuel, Dafne Schippers, Tessa van Schagen, Naomi Sedney | ||
|
Bij de 4 × 100 m estafette brengt een team van vier atleten, die opeenvolgend elk 100 m lopen, zo snel mogelijk een stok van start tot finish. Niet de atleet, maar de stok wordt geklokt. De stok van minstens 50 g heeft een diameter van 3,8–4 cm, een lengte van 28–30 cm en is vervaardigd uit één stuk hout of metaal. De estafette voor mannen stond tijdens de Olympische Spelen van 1912 in Stockholm voor het eerst op het programma; de eerste Olympische 4 × 100 m estafette voor vrouwen werd in 1928 in Amsterdam gelopen.
De race
[bewerken | brontekst bewerken]De loper met een snelle start, start als eerste, de tweede loper loopt het eerste rechte stuk, de derde loper moet een bocht lopen, de loper met een sterke finish is de vierde en laatste loper. De stok dient in een aflossingszone van 20 m te worden doorgegeven, deze aflossingszone wordt voorafgegaan door een aanloopzone van 10 m. De teamleden dienen in hun baan te blijven, opdat andere teams niet worden gehinderd. Er is een tweetal manieren waarop de stok kan worden doorgegeven: de aangever kan de stok met een neerwaartse beweging in de hand van de aannemer leggen, deze techniek wordt echter meestal op de 4 × 400 meter estafette gebruikt en heet de Amerikaanse greep; bij de 4 × 100 m estafette wordt veelal de, snellere maar risicovollere, Franse greep gehanteerd, waarbij de aangever de stok in een opwaartse beweging in de hand van de aannemer plaatst. Wanneer de aangever de aanloopzone nadert, begint de aannemer reeds te lopen. Wanneer ze beiden in de aflossingszone zijn mag de stok worden doorgegeven. Wisselen voor de aflossingszone (in de aanloopzone) of na de aflossingszone leidt tot diskwalificatie.
Wereldrecord
[bewerken | brontekst bewerken]Het wereldrecord bij de mannen staat met 36,84 s op naam van een team uit Jamaica dat bestond uit: Nesta Carter, Michael Frater, Yohan Blake en slotloper Usain Bolt en werd gelopen op de Olympische Zomerspelen 2012 in Londen.
Het wereldrecord bij de vrouwen staat sinds 2012 met 40,82 s op naam van een team uit de Verenigde Staten dat bestond uit: Tianna Madison, Allyson Felix, Bianca Knight en Carmelita Jeter, verwezenlijkt op de Olympische Spelen van 2012 in Londen.
Het wereldrecord op de 4 × 100 m estafette is lager dan het wereldrecord op de 100 m sprint vermenigvuldigd met 4. Dit omdat de atleten al op snelheid zijn wanneer de stok wordt doorgegeven en niet, zoals in het geval van de individuele sprint, vanuit stilstand moeten starten. Vier snelle sprinters staat niet per definitie garant voor een geslaagde 4 × 100 m estafetterace, omdat de snelheid waarmee de stok wordt doorgegeven van cruciaal belang is voor een goede eindtijd. Estafettelopers dienen veel met elkaar te trainen om op elkaar ingespeeld te raken.
Wereldrecordontwikkeling
[bewerken | brontekst bewerken]Mannen
[bewerken | brontekst bewerken]Vrouwen
[bewerken | brontekst bewerken]Continentale records
[bewerken | brontekst bewerken]Bijgewerkt: 14 mei 2024