Élisabeth Vigée-Le Brun
Élisabeth Vigée-Le Brun | ||||
---|---|---|---|---|
Zelfportret met strohoed, 1782, National Gallery, Londen
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Marie Louise Élisabeth Vigée-Le Brun | |||
Geboren | Parijs, 16 april 1755 | |||
Overleden | Louveciennes, 30 maart 1842 | |||
Geboorteland | Frankrijk | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Leermeester | Louis Vigée, Gabriel Briard, Horace Vernet | |||
Stijl(en) | Neoclassicisme | |||
Bekende werken | portretten van koningin Marie-Antoinette en Europese adel | |||
Beïnvloed door | Jean-Baptiste Greuze | |||
RKD-profiel | ||||
|
Marie Louise Élisabeth Vigée-Le Brun, ook wel Vigée-Lebrun, née Vigée, (Parijs, 16 april 1755 - Louveciennes, 30 maart 1842) was een Franse schilderes. Ze is vooral bekend geworden dankzij haar portretten van koningin Marie-Antoinette en leden van de Europese adel.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Jeugd
[bewerken | brontekst bewerken]Louise-Élisabeth was een dochter van kunstschilder Louis Vigée en Jeanne Maissin. Haar eerste vijf levensjaren werd ze verzorgd door een boerenfamilie bij Chartres, terug in Parijs verbleef ze in het internaat van een kloosterschool. Vanaf 1767 woonde ze thuis en kreeg ze tekenles van haar vader, die echter hetzelfde jaar nog overleed.
Daarna studeerde ze bij Gabriel Briard en Horace Vernet. Ook Jean-Baptiste Greuze had invloed op de ontwikkeling van haar neoclassicistische stijl. Vanaf haar 15e verdiende ze haar geld met het maken van portretten, al moest ze in 1774 haar atelier tijdelijk sluiten omdat ze geen licentie had. In 1776 trouwde Élisabeth Vigée met kunsthandelaar Jean Baptiste Pierre Le Brun.
Porttrettiste
[bewerken | brontekst bewerken]Ze ontwikkelde zich in de jaren 1770 tot een veelgevraagde portretschilder. Naast haar woonde - in een huis, dat ook gekocht was door haar echtgenoot - de kunstschilder van historieschilderijen François-Guillaume Ménageot, die lid was van de Académie Royale. Een van zijn leerlingen was Marie-Victoire Lemoine (1754 - 1820), die mogelijk ook lessen nam bij Vigée-Le Brun.
Ook koningin Marie Antoinette liet zich vanaf 1778 meermaals door Vigée-Le Brun portretteren; andere leden van het hof volgden.
In 1780 werd Jeanne Julie Louise geboren, haar enige kind. In 1781 maakte ze met haar echtgenoot een reis door de noordelijke en zuidelijke Nederlanden, waar ze de schildertechniek van de Vlaamse en Hollandse meesters bestudeerde. Ze vervaardigde hier ook enkele portretten.
In 1783 werd ze lid van de Koninklijke Academie voor Beeldhouw- en Schilderkunst als historieschilder. Het bestuur van de academie maakte bezwaar tegen haar kandidatuur, maar de benoeming vond op koninklijk verzoek toch doorgang. Ondanks deze koele ontvangst prezen critici haar in 1785 vanwege het, op de Salon van de Académie getoonde, werk.
Door haar succes en vele contacten in de "société" werd Vigée-Le Brun in de jaren voor de Revolutie zelf ook een bekend figuur. Haar werden, overigens zonder enig bewijs, tal van buitenechtelijke relaties toegedicht. In 1789 werden zelfs gefingeerde liefdesbrieven tussen haar en de minister van financiën, Calonne, gepubliceerd.
Ballingschap
[bewerken | brontekst bewerken]Vigée-Le Brun behoorde tot de eerste golf vluchtelingen die na het uitbreken van de Revolutie het land verlieten. Vanaf eind 1789 verbleef ze met haar dochter in Italië, waar ze met succes haar carrière voortzette; in 1792 ging ze naar Wenen, in 1795 naar Rusland. Haar 12 jaar durende ballingschap werd een triomftocht langs de Europese aristocratie.
In Frankrijk werd ze intussen bestempeld als royaliste en haar eigendommen werden in beslag genomen. Haar echtgenoot schreef vergeefs een verweerschrift, zat tijdens de terreur zelf enige tijd gevangen en voelde zich genoodzaakt een scheiding aan te vragen om zijn bezit te redden. Desondanks werden in 1800 de maatregelen tegen Vigée-Le Brun opgeheven. Na nog een langdurig verblijf in Berlijn keerde ze in 1802 naar Frankrijk terug.
Latere jaren
[bewerken | brontekst bewerken]Ten tijde van de Vrede van Amiens tussen Frankrijk en Engeland werkte ze in Londen, waar ze onder andere Lord Byron portretteerde. In 1805 reisde ze via Holland naar Parijs terug. Haar relatie met de Bonapartes was echter niet bijzonder goed; de enige bestelling van het keizerlijke hof, was een portret van Napoleons zuster Carolina Bonaparte in 1807.
Vanaf 1809 bewoonde Vigée-Le Brun een buiten in Louveciennes. In 1817 en 1824 exposeerde ze nog op de Salon, en tussen 1835 en 1837 publiceerde ze haar memoires. Ze overleed in 1842 en werd begraven op het kerkhof van Louveciennes. Hier ligt ze tot op heden.
Het oeuvre van Vigée-Le Brun bestaat uit ca. 660 portretten en 200 landschappen. De portretten hebben vaak meer glamour dan diepgang, maar geven een interessant tijdsbeeld.
Tijdgenotes
[bewerken | brontekst bewerken]Élisabeth Vigée-Lebrun behoorde naast Angelika Kauffmann (1741–1807), Adélaïde Labille-Guiard (1749–1803) en Marguerite Gérard (1761-1837) tot de bekendste schilderessen van haar tijd.
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- Souvenirs 1755–1842 énoncé des différents bruits. Texte établi, présenté et annoté par Geneviève Harroche-Bouzinac. Paris, 2015.
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Élisabeth Louise Vigée Le Brun. Paris, 2015 [tentoonstellingscatalogus Parijs, NewYork, Ottawa: 2015-2016].
Trivia
[bewerken | brontekst bewerken]In 1991 werd een inslagkrater op de planeet Venus naar haar vernoemd.