[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

Alexander Mackenzie (componist)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Gershowitz (overleg | bijdragen) op 21 nov 2020 om 13:52. (nieuwe pagina aangemaakt over componist Alexander Mackenzie, bronvermelding en foto's uit publiek domein ingevoegd)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Sir Alexander Campbell Mackenzie

Sir Alexander Campbell Mackenzie (Edinburgh 22 augustus 1847 - Londen 28 april 1935) was een Schots componist, violist, pianist en dirigent.

Biografie

Mackenzie studeerde in Sondershausen en daarna in Londen aan de Royal Academy of Music, andere andere bij Charles Lucas. Hij wordt algemeen beschouwd als de belangrijkste componist van Schotse bodem. Eind jaren 80 van de 19e eeuw was hij een bekend persoon in Europa en bevriend met o.a. Franz Liszt en Hans von Bülow.

Hij schreef werken voor koor, viool, opera, toneel, kamermuziek en voor de kerk. Hij is vaak onderscheiden –hij had maar liefst zeven eredoctoraten- en werd in 1895 ‘Sir Alexander’.

Mackenzie was van huis uit violist, dirigent en pianist. Hij gold in Engeland als een van de belangrijkste dirigenten en dirigeerde verschillende ensembles zoals het Choir Society en The Philharmonic Society.

Tot 1924 was hij directeur van de Royal Academy of Music in Londen en voerde veel belangrijke hervormingen door die voor het instituut van groot belang zijn geweest. Hij volgde daar Sir George Macfarren op in 1888.

Mackenzie is vooral bekend geworden als componist van diverse koorwerken, die hij ter gelegenheid van muziekfeesten componeerde.

Hij was verplicht heel hard te werken en dit benadeelde zijn gezondheid zodanig dat hij tien jaar lang, daar toe in staat gesteld door verschillende beurzen, te Florence moest verblijven en zich alleen aan de compositie kon wijden. In 1886 keerde hij terug naar Groot-Brittanië en vestigde zich in Londen. Hij was inmiddels een beroemdheid in Europa.

Zijn werken staan onder invloed van Mendelssohn en Liszt en bevat een behoorlijke dosis humor zoals goed te horen is in de ouverture Brittania.

Hij is de componist van de opera's Colomba, The Troubadour, de operette His Majesty en van een aantal Schotse Rapsodieën en vele andere werken. Zijn bekendste stuk was destijds het Schotse pianoconcerto, Scottish Concerto. Pas in 1998 werd het voor het eerst op een geluidsdrager vastgelegd in de serie The Romantic Piano Concerto van Hyperion door pianist Steven Osborne.

In 1927 publiceerde Mackenzie zijn autobiografie, A Musician's Narrative.

Mackenzie overleed op 28 april 1935 in Londen en is begraven in Edinburgh.

Scottish Concerto

Muziekuitgeverijen en het grote publiek waren in het Engeland van de 19e eeuw niet geïnteresseerd in Britse componisten en zeker niet in pianoconcerten van Britse bodem. Alleen Duitse componisten of componisten van Duitse komaf telden. Mackenzie heeft zijn (enige) pianoconcert uitgegeven in Duitsland omdat in Engeland geen enkele muziekuitgeverij het wilde uitgeven. Maar in 1914 was ook dat afgelopen want alle drukplaten in Duitsland werden omgesmolten tot kogels en de weinige exemplaren die er van het Scottish Concerto, zoals het pianoconcert heet, van Mackenzie waren kregen verzamelwaarde.

Inscriptie tegel geboortehuis Alexander Mackenzie in Edinburgh

De première van het Scottish Concerto was in 1897 en werd uitgevoerd door Jan Paderewski. Ook Ferruccio Busoni heeft het verschillende keren uitgevoerd en erg gepromoot maar van een echte doorbraak was geen sprake. Het Scottish Concerto is erg Schots. Het is gebaseerd op drie bekende en oude Schotse liedjes en becommentarieert het karakter van die liedjes als ook de inhoud van de verschillende couplet teksten. Achtereenvolgens zijn het: The Reel of Tulloch, een oud doedelzak-thema afkomstig van de vogelvrij verklaarde MacGregor Clan, The Waulking Of The Fauld, waarmee het langzame deel begint en Green Grow The Rashes O in het laatste deel, een heel blij liefdesliedje uitgevoerd als een dans.

In tegenstelling tot de meeste pianoconcerten uit de 19e eeuw is dit concert geen ‘gevecht’ tussen solist en orkest gebruikmakend van een heroïsche virtuositeit: alles is in balans, niets overheerst. Er zijn verschillende componisten geweest die Schotse melodieën in hun muziek hebben verwerkt of de sfeer van Schotse volksmuziek geprobeerd te verklanken, maar niemand heeft het op zo’n ongeforceerde, ongedwongen en rake manier gedaan als Mackenzie.

Bronvermelding

John Purser, tekstboek Mackenzie and Tovey (1998),  The Romantic Piano Concerto, (Hyperion)

Theo Willemze, Componistenlexicon, Spectrum, 1981

C. van Berkel, Algemene Muziekencyclopedie, De Haan 1984