zowel
Uiterlijk
- zo·wel
- samenstelling van zo en wel
zowel
- evenzeer.
- Hij woonde zowel in de stad als op het platteland.
- ▸ Kinderen zijn, net als iedereen, gewoontedieren. De mijne waren inmiddels een beetje gewend aan het feit dat zowel ik als mijn vrouw af en toe een tijdje weg waren.[1]
1. evenzeer
- Het woord zowel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zowel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be