zorgpunt
Uiterlijk
- zorg·punt
- samenstelling van zorg zn en punt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zorgpunt | zorgpunten |
verkleinwoord | zorgpuntje | zorgpuntjes |
het zorgpunt o
- zaak waarover men bezorgd is; punt van zorg
- Ook ligt er nu een voorstel over het aanpassen van de dienstregeling, een van de zorgpunten. Aanvankelijk was het de bedoeling in de spits twaalf keer per uur te rijden, maar dat moet naar tien keer per uur gedurende de hele dag. Hierbij speelt onder meer het veiligheidsprincipe mee dat een metrostel bij een calamiteit altijd op een station moet kunnen stoppen.[1]
- De Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg „achten het niet direct noodzakelijk om actief in te grijpen in de geleverde zorg en veiligheid”, schrijft minister Dekker (Rechtsbescherming) aan de Kamer. Wel zien ze ’belangrijke zorgpunten’ die opgelost moeten worden.[2]
- Het woord zorgpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zorgpunt" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ de Telegraaf 06 mrt. 2018 Onzekerheid over start Noord-Zuidlijn
- ↑ de Telegraaf JORN JONKER 27 nov. 2017 Opnamestop zware patiënten na moord op Faber
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be