zelfregulatie
Uiterlijk
- zelf·re·gu·la·tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfregulatie | zelfregulaties |
verkleinwoord |
de zelfregulatie v
- het zichzelf sturen en controleren
- ▸ De Groot pleit ook voor meer aandacht voor executieve functies en zelfregulatie op scholen. “Er zou studenten geleerd moeten worden dat ze in staat zijn om bepaalde impulsen te beheersen en hoe ze hun tijd goed kunnen indelen.[2]
- ▸ Deindividuation is het gebrek aan zelfbewustheid en zelfregulatie bij leden van een groep (Paules, 1980).[3]
- door een groep mensen of organisaties zelfgemaakte en zelfopgelegde regels
1. het zichzelf sturen en controleren
- Het woord zelfregulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron ANNE-FLORE MULLER“Hoe zit het nu echt met... stress onder studenten?” (24 okt. 2017), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “De spiegel van illustrator Ivan Cadre” (14/02/2015), HP de Tijd