wereldlijk
Uiterlijk
- Geluid: wereldlijk (hulp, bestand)
- we·reld·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wereldlijk | wereldlijker | wereldlijkst |
verbogen | wereldlijke | wereldlijkere | wereldlijkste |
partitief | wereldlijks | wereldlijkers | - |
wereldlijk
- betrekking hebbend op deze wereld, in tegenstelling tot met name het hiernamaals of de kerk
- De koning vertegenwoordigde de wereldlijke, de paus de geestelijke macht.
1. betrekking hebbend op deze wereld, in tegenstelling tot met name het hiernamaals of de kerk
- Het woord wereldlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wereldlijk" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be