vrchol
Uiterlijk
vrchol m
- top, bergtop, heuveltop; het hoogste gedeelte van een berg of heuvel
- (wiskunde) hoek; een punt waar twee benen samenkomen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- vr·chol
- top, bergtop, heuveltop; het hoogste gedeelte van een berg of heuvel
- «Na vrcholu hory Říp stojí rotunda svatého Jiří.»
- Op de top van de berg Říp staat de rotonde van Sint-Joris.
- «Na vrcholu hory Říp stojí rotunda svatého Jiří.»
- (wiskunde) hoek; een punt waar twee benen samenkomen
- «Vrcholy trojúhelníka mohou tvořit každé tři body, které neleží na jedné přímce.»
- De hoeken van de driehoek kunnen gevormd worden door drie willekeurige punten die niet op één lijn liggen.
- «Vrcholy trojúhelníka mohou tvořit každé tři body, které neleží na jedné přímce.»
- hoogtepunt
- «To je ale vrchol!»
- Wat een hoogtepunt!
- «To je ale vrchol!»
- vrchol ledovce monbezield – de top van de ijsberg
- vrchol sezóny monbezield – het hoogtepunt van het seizoen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
Categorieën:
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Wiskunde in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Achtervoegsel -ol in het Tsjechisch
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Wiskunde in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch