[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

vrchol

Uit WikiWoordenboek


vrchol m

  1. top, bergtop, heuveltop; het hoogste gedeelte van een berg of heuvel
  2. (wiskunde) hoek; een punt waar twee benen samenkomen


  • vr·chol
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord vrch met het achtervoegsel -ol

vrchol monbezield

  1. top, bergtop, heuveltop; het hoogste gedeelte van een berg of heuvel
    «Na vrcholu hory Říp stojí rotunda svatého Jiří.»
    Op de top van de berg Říp staat de rotonde van Sint-Joris.
  2. (wiskunde) hoek; een punt waar twee benen samenkomen
    «Vrcholy trojúhelníka mohou tvořit každé tři body, které neleží na jedné přímce.»
    De hoeken van de driehoek kunnen gevormd worden door drie willekeurige punten die niet op één lijn liggen.
  3. hoogtepunt
    «To je ale vrchol
    Wat een hoogtepunt!
  1. vrcholek monbezield, vršek monbezield, vrch monbezield
  2. vyvrcholení o
  • vrchol ledovce monbezield – de top van de ijsberg
  • vrchol sezóny monbezield – het hoogtepunt van het seizoen