voyant
Uiterlijk
- voy·ant
- uit het Frans [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | voyant | voyanter | voyantst |
verbogen | voyante | voyantere | voyantste |
partitief | voyants | voyanters | - |
voyant [2]
- in het oog lopend
- in staat om buitenzintuiglijk waar te nemen
- [1] opvallend, opzichtig, opmerkelijk, indrukwekkend, frappant
- [2] clairvoyant, helderziend
- Het woord voyant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voyant" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ voyant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
voyant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van voir
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | voyant | voyants |
vrouwelijk | voyante | voyantes |
voyant m
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
le | les |
- (techniek) controlelampje
- topteken
- nivelleerbord
- lichtopstand, lichtdragende stellage
- kijkgat (v.e. helm), vizier [2]
- helderziende, waarzegger
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 64 %
- Prevalentie Vlaanderen 62 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Werkwoordsvorm in het Frans
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Techniek in het Frans