[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

vont

Uit WikiWoordenboek
  • vont
  • Ontleend aan middeleeuws (kerkelijk) Latijn fons “bron”. [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vont vonten
verkleinwoord - -

de vontv / m [3] [4]

  1. (religie) bekken (op voetstuk), bestemd voor het gewijde doopwater, doopvont
26 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[5]


vont

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd van aller