Naar inhoud springen
vivamos
- eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivar
- eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van vivar
vivamos
- aanvoegende wijs eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivir