verwaardigde
Uiterlijk
- ver·waar·dig·de
vervoeging van |
---|
verwaardigen |
verwaardigde
- enkelvoud verleden tijd van verwaardigen
- Ik verwaardigde.
- Jij verwaardigde.
- Hij, zij, het verwaardigde.
- Ik verwaardigde.
- verbogen vorm van verwaardigd, voltooid deelwoord van verwaardigen
- Het woord verwaardigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.