[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

verlijden

Uit WikiWoordenboek
  • ver·lij·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verlijden
verleed
verleden
klasse 1 volledig

verlijden [2] [3] [4]

  1. ergatief (juridisch) van een acte ten einde lopen, verlopen
    • Het contract was nog niet verleden. 
  2. overgankelijk (juridisch) een notariële acte geldigheid verlenen
    • De notaris verleed het koopcontract en de koop was een feit. 
53 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[5]