verdrukte
Uiterlijk
- ver·druk·te
vervoeging van |
---|
verdrukken |
verdrukte
- enkelvoud verleden tijd van verdrukken
- Ik verdrukte.
- Jij verdrukte.
- Hij, zij, het verdrukte.
- Ik verdrukte.
- verbogen vorm van verdrukt, voltooid deelwoord van verdrukken
- Het woord verdrukte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.