veildag
Uiterlijk
- veil·dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veildag | veildagen |
verkleinwoord |
de veildag m
- dag van een publieke verkoping of veiling
- Het woord veildag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veildag" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be