troonpretendent
Uiterlijk
- troon·pre·ten·dent
- samenstelling van troon zn en pretendent zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | troonpretendent | troonpretendenten |
verkleinwoord | troonpretendentje | troonpretendentjes |
de troonpretendent m
- iemand die in aanmerking denkt te komen voor de titel koning
- ▸ Na de val van de monarchie ging de keizerlijke familie in ballingsschap. Het gezin woonde eerst in Zwitserland en later op het Portugese eiland Madeira. Na de dood van zijn vader in 1922 werd de 9-jarige Otto de troonpretendent.[2]
- (figuurlijk) iemand die de leiding van iemand anders wil overnemen
- ▸ Met de verrassend sterke Peter Velits kreeg Nibali er wel een troonpretendent bij, al deed de Slowaak niet echt mee toen er in rit negentien werd gestreden om de nalatenschap van Alejandro Valverde.[3]
- Het woord troonpretendent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Otto von Habsburg overleden” (Maandag 4 juli 2011, 11:11), NOS
- ↑ Weblink bron “Terugblik op 65ste editie Vuelta” (Zondag 19 september 2010, 17:27), NOS