toenmaals
Uiterlijk
- toen·maals
- samenstelling van toen en maal met het achtervoegsel -s
toenmaals [1]
- destijds, toen
- Het woord toenmaals staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toenmaals" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be