tennisser
Uiterlijk
- ten·nis·ser
- Naamwoord van handeling van tennissen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tennisser | tennissers |
verkleinwoord | tennissertje | tennissertjes |
de tennisser m
- (beroep), (tennis) een man die tennis speelt, een tennisspeler
- Björn Borg was een beroemde tennisser.
- mannelijke vorm van tennisster
- Het woord tennisser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tennisser" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Tennis in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %