twistappel
Uiterlijk
- Geluid: twistappel (hulp, bestand)
- twist·ap·pel
- In de betekenis van ‘punt van geschil’ voor het eerst aangetroffen in 1738 [1]
- samenstelling van twist zn en appel zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | twistappel | twistappels |
verkleinwoord |
- iets waar mensen of groepen van mensen ruzie over hebben / de aanleiding tot tweedracht
- Ook de Ierse grens blijft een twistappel. Ierland, nog in de Unie, wil niet dat er een harde grens komt met Noord-Ierland, dat bij het VK hoort. Maar tegelijk kan Ierland ook niet de vrijhaven worden van waar Europese producten zonder probleem het VK binnenkomen.[4]
- Servië en Albanië hebben al decennia een moeizame verstandhouding. Een van de belangrijkste twistappels is nog altijd Kosovo. De voormalige Servische provincie, waar etnische Albanezen veruit in de meerderheid zijn, maakte zich in 2008 met geweld los van Belgrado.[5]
- De twistappel van de dag is de manier waarop Schiphol in het verleden is gegroeid. Volgens veel betrokkenen - met de KLM voorop - heeft Schiphol-topman Jos Nijhuis veel te veel budgetmaatschappijen naar de luchthaven gelokt. Voor de luchtvaartmaatschappijen die belangrijke intercontinentale vluchten uitvoeren, - met de KLM voorop - is nu juist te weinig plaats. Want Schiphol heeft het maximum van 500 duizend starts en landingen al bereikt.[6]
- de appel met het opschrift 'voor de mooiste' die door Paris aan Aphrodite wordt gegeven
- [1] twistpunt, geschilpunt
- Het woord twistappel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "twistappel" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "twistappel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ twistappel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 4 DECEMBER 2017
- ↑ Tubantia 19-OKTOBER-14
- ↑ Volkskrant Dion Mebius 7 september 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be