skipa
Uiterlijk
- ski·pa
Naar frequentie | 1024 |
---|
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
skipa
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skipe
har skipa
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skipe
- har skipet
skipa
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van skipe
skipa
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van skip
- ski·pa
skipa
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast skipe, zie aldaar
skipa
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skipa
har skipa
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skipa
skipa
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van skipe
skipa
- gebiedende wijs van skipa
skipa
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skipe
har skipa
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skipe
skipa
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van skipe
skipa
- gebiedende wijs van skipe
skipa
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van skip
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 5
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Werkwoord in het Nynorsk
- Werkwoordsvorm in het Nynorsk
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nynorsk