sissen
Uiterlijk
- sis·sen
- In de betekenis van ‘scherp geluid maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1437 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sissen |
siste |
gesist |
zwak -t | volledig |
sissen
- inergatief hoogfrequente ruis voortbrengen, zoals het geluid van de s-klank
- het sissende geluid van iets dat in een hete vloeistof wordt gedaan
- De worst siste zachtjes in de pan en een heerlijke geur verspreidde zich in de keuken.
- het sissende geluid van iets heets dat in water wordt gedaan
- ▸ March nam een laatste trek van zijn sigaret en gooide hem met een korte polsbeweging weg. Hij siste en ging uit op de natte weg.[2]
- inergatief (dierengeluid) een geluid voortbrengen van een boze slang of kat
1. hoogfrequente ruis voortbrengen, zoals het geluid van de s-klank
- Het woord sissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sissen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sissen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Vaderland” (2012), Cargo, ISBN 9789023472483
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Dierengeluid in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %