sinusknoop
Uiterlijk
- Geluid: sinusknoop (hulp, bestand)
- si·nus·knoop
- samenstelling van sinus en knoop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sinusknoop | sinusknopen |
verkleinwoord | - | - |
de sinusknoop m
- (biologie) zenuwknoop op de plaats waar de holle aders het hart binnenkomen die het hart er periodiek toe aanzet om een contractie uit te voeren
1.
- Het woord 'sinusknoop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.