sekspartner
Uiterlijk
- Geluid: sekspartner (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsɛkspɑrtnər / (3 lettergrepen)
- seks·part·ner
- samenstelling van seks zn en partner zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sekspartner | sekspartners |
verkleinwoord | - | - |
de sekspartner m
- (persoon) (seksualiteit) iemand waarmee je seksuele omgang hebt
Vooral gebruikt als neutrale term die losstaat van de verdere betrekkingen met de persoon in kwestie en morele opvattingen die daarmee verbonden zijn.- ▸ Je kan een orgasme ervaren in het bijzijn van je sekspartner, maar ook als je alleen bent.[1]
- neukmaatje (informeel)
- Het woord sekspartner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Naomi Defoer“Dit gebeurt er in je lichaam tijdens een orgasme” (22 december 2021) op nu.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Persoon in het Nederlands
- Seksualiteit in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal