schegge
Uiterlijk
- scheg·ge
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schegge | scheggen |
verkleinwoord | scheggetje | scheggetjes |
- schuinafstaande balk in de langsrichting van een schip
- ..omme de harde stormen ende sware zeen op dese custen doorgaens vallende aff te staen, wyders oock gemerckt 't galyot de Roode Vos nae 't segghen van (daerop synde) schipper jegenwoordich door 't leggen van een schegge onder aen de kiel ende steven beter beseylt ende gemaniert sy als te vooren.[1]
- een schuinstaande balk aan de onderzijde onder de uitstekende hoeken van het boventafelement van een molen
- Het woord 'schegge' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schegge" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Aldus gedaen ende geresolveert in 't Fort de Goede Hoope. Jan van Riebeeck 1654
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 35 %
- Prevalentie Vlaanderen 22 %