[go: up one dir, main page]

Naar inhoud springen

scheepte af

Uit WikiWoordenboek
  • scheep·te af
vervoeging van
afschepen

scheepte af

  1. enkelvoud verleden tijd van afschepen
    • Ik scheepte af. 
    • Jij scheepte af. 
    • Hij, zij, het scheepte af.